Overzicht
Spaans naar Frans: Meer gegevens...
-
pedante:
- prétentieux; pédant; pédante
- présomptueux; présomptueusement; pédant; fat; récalcitrant; serré; raide; rebelle; tendu; tenace; obstiné; en rebelle; insubordonnée; fixe; réticent; taciturne; têtu; rigide; retenu; réservé; impassible; intransigeant; inébranlable; à contrecoeur; insoumis; inflexible; revêche; fixement; indocile; d'une façon récalcitrante; arrogant; vaniteux; prétentieux; prétentieuse; prétentieusement; hautain; vaniteuse; arrogamment; satisfait avec soi-même; de manière arrogante; avec arrogance; de façon pédante; suffisant; supérieur; méprisant; orgueilleux; fier; fière; altier; dédaigneusement; insolent; condescendant; fièrement; orgueilleusement; avec suffisance; avec condescendance; d'un air suffisant; cuistre; autoritaire; docte; pontifiant; indiscrètement; impertinemment; trop familièrement; pédantement; pédantesque
-
Wiktionary:
- pedante → pédant
- pedante → pédant
- pedante → scolaire, formaliste, pédant, littéraire, cuistre, arrogant, suffisant, savantasse, abstrus, abscons
Frans naar Spaans: Meer gegevens...
- pédante:
-
Wiktionary:
- pédante → sabelotodo
Spaans
Uitgebreide vertaling voor pedante (Spaans) in het Frans
pedante:
-
el pedante (sabelotodo)
-
pedante (engreído; presumido; presuntuoso; vanidoso; pagado de sí mismo)
présomptueux; présomptueusement; pédant; fat-
présomptueux bijvoeglijk naamwoord
-
présomptueusement bijvoeglijk naamwoord
-
pédant bijvoeglijk naamwoord
-
fat bijvoeglijk naamwoord
-
-
pedante (obstinado; adusto; impenetrable; hosco; tenaz; duro; cerrado; firme; tieso; tozudo; fijo; testarudo; austero; terco; recio; intransigente; taciturno; empeñado; arisco; tedioso; cabezudo; refractario; hermético; porfiado; pertinaz; hirsuto; empecinado; tesonero; inflexible; contumaz; reacio a)
récalcitrant; serré; raide; rebelle; tendu; tenace; obstiné; en rebelle; insubordonnée; fixe; réticent; taciturne; têtu; rigide; retenu; réservé; impassible; intransigeant; inébranlable; à contrecoeur; insoumis; inflexible; revêche; fixement; indocile; d'une façon récalcitrante-
récalcitrant bijvoeglijk naamwoord
-
serré bijvoeglijk naamwoord
-
raide bijvoeglijk naamwoord
-
rebelle bijvoeglijk naamwoord
-
tendu bijvoeglijk naamwoord
-
tenace bijvoeglijk naamwoord
-
obstiné bijvoeglijk naamwoord
-
en rebelle bijvoeglijk naamwoord
-
insubordonnée bijvoeglijk naamwoord
-
fixe bijvoeglijk naamwoord
-
réticent bijvoeglijk naamwoord
-
taciturne bijvoeglijk naamwoord
-
têtu bijvoeglijk naamwoord
-
rigide bijvoeglijk naamwoord
-
retenu bijvoeglijk naamwoord
-
réservé bijvoeglijk naamwoord
-
impassible bijvoeglijk naamwoord
-
intransigeant bijvoeglijk naamwoord
-
inébranlable bijvoeglijk naamwoord
-
à contrecoeur bijvoeglijk naamwoord
-
insoumis bijvoeglijk naamwoord
-
inflexible bijvoeglijk naamwoord
-
revêche bijvoeglijk naamwoord
-
fixement bijvoeglijk naamwoord
-
indocile bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon récalcitrante bijvoeglijk naamwoord
-
-
pedante (autocomplaciente; presumido; arrogante; vanidoso; vano; insolente; pagado de sí mismo; autosuficiente; presuntuoso; pretencioso)
arrogant; vaniteux; prétentieux; prétentieuse; prétentieusement; hautain; présomptueux; vaniteuse; présomptueusement; arrogamment; satisfait avec soi-même; de manière arrogante; avec arrogance-
arrogant bijvoeglijk naamwoord
-
vaniteux bijvoeglijk naamwoord
-
prétentieux bijvoeglijk naamwoord
-
prétentieuse bijvoeglijk naamwoord
-
prétentieusement bijvoeglijk naamwoord
-
hautain bijvoeglijk naamwoord
-
présomptueux bijvoeglijk naamwoord
-
vaniteuse bijvoeglijk naamwoord
-
présomptueusement bijvoeglijk naamwoord
-
arrogamment bijvoeglijk naamwoord
-
satisfait avec soi-même bijvoeglijk naamwoord
-
de manière arrogante bijvoeglijk naamwoord
-
avec arrogance bijvoeglijk naamwoord
-
-
pedante (sabelotodo)
-
pedante (arrogante; gallardo; autocomplaciente; vanidoso; altivo; insolente; pagado de sí mismo; vano; presuntuoso; altanero; desdeñoso; presumido; engreído; soberbio; estirado; autosuficiente; pretencioso; endiosado)
arrogant; hautain; satisfait avec soi-même; suffisant; supérieur; méprisant; prétentieux; orgueilleux; vaniteux; prétentieuse; fier; fière; présomptueux; altier; dédaigneusement; insolent; condescendant; fièrement; vaniteuse; présomptueusement; orgueilleusement; prétentieusement; avec suffisance; arrogamment; avec condescendance; de manière arrogante; avec arrogance; d'un air suffisant-
arrogant bijvoeglijk naamwoord
-
hautain bijvoeglijk naamwoord
-
satisfait avec soi-même bijvoeglijk naamwoord
-
suffisant bijvoeglijk naamwoord
-
supérieur bijvoeglijk naamwoord
-
méprisant bijvoeglijk naamwoord
-
prétentieux bijvoeglijk naamwoord
-
orgueilleux bijvoeglijk naamwoord
-
vaniteux bijvoeglijk naamwoord
-
prétentieuse bijvoeglijk naamwoord
-
fier bijvoeglijk naamwoord
-
fière bijvoeglijk naamwoord
-
présomptueux bijvoeglijk naamwoord
-
altier bijvoeglijk naamwoord
-
dédaigneusement bijvoeglijk naamwoord
-
insolent bijvoeglijk naamwoord
-
condescendant bijvoeglijk naamwoord
-
fièrement bijvoeglijk naamwoord
-
vaniteuse bijvoeglijk naamwoord
-
présomptueusement bijvoeglijk naamwoord
-
orgueilleusement bijvoeglijk naamwoord
-
prétentieusement bijvoeglijk naamwoord
-
avec suffisance bijvoeglijk naamwoord
-
arrogamment bijvoeglijk naamwoord
-
avec condescendance bijvoeglijk naamwoord
-
de manière arrogante bijvoeglijk naamwoord
-
avec arrogance bijvoeglijk naamwoord
-
d'un air suffisant bijvoeglijk naamwoord
-
-
pedante (altanero; presuntuoso; autocomplaciente; presumido; vanidoso; creído; ficticio; autosuficiente; hipotético; imperioso)
prétentieux; pédant; cuistre; présomptueux; suffisant; autoritaire; docte; pontifiant; avec suffisance; satisfait avec soi-même-
prétentieux bijvoeglijk naamwoord
-
pédant bijvoeglijk naamwoord
-
cuistre bijvoeglijk naamwoord
-
présomptueux bijvoeglijk naamwoord
-
suffisant bijvoeglijk naamwoord
-
autoritaire bijvoeglijk naamwoord
-
docte bijvoeglijk naamwoord
-
pontifiant bijvoeglijk naamwoord
-
avec suffisance bijvoeglijk naamwoord
-
satisfait avec soi-même bijvoeglijk naamwoord
-
-
pedante (presuntuoso; sabidillo)
présomptueusement; indiscrètement; impertinemment; trop familièrement; pédantement-
présomptueusement bijvoeglijk naamwoord
-
indiscrètement bijvoeglijk naamwoord
-
impertinemment bijvoeglijk naamwoord
-
trop familièrement bijvoeglijk naamwoord
-
pédantement bijvoeglijk naamwoord
-
-
pedante (pomposo)
pontifiant-
pontifiant bijvoeglijk naamwoord
-
-
pedante (pretencioso; vano; creído; pagado de sí mismo; presumido; vanidoso; insolente; arrogante; presuntuoso)
prétentieuse; prétentieux; présomptueux; prétentieusement-
prétentieuse bijvoeglijk naamwoord
-
prétentieux bijvoeglijk naamwoord
-
présomptueux bijvoeglijk naamwoord
-
prétentieusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
pedante (engolado; sabelotodo; petulante; sabihondo)
pédantesque; pédant; cuistre; docte-
pédantesque bijvoeglijk naamwoord
-
pédant bijvoeglijk naamwoord
-
cuistre bijvoeglijk naamwoord
-
docte bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor pedante:
Verwante woorden van "pedante":
Synoniemen voor "pedante":
Wiktionary: pedante
pedante
Cross Translation:
adjective
-
Qui fait étalage de son savoir de manière prétentieuse.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• pedante | → scolaire; formaliste; pédant; littéraire; cuistre | ↔ bookish — characterized by a method of expression generally found in books |
• pedante | → arrogant; suffisant | ↔ cocky — overly self-confident and boastful |
• pedante | → pédant | ↔ pedant — person overly concerned with formal rules and trivial points of learning |
• pedante | → pédant | ↔ pedantic — being showy of one's knowledge |
• pedante | → pédant; cuistre; savantasse; abstrus; abscons | ↔ prolix — tending to use large or obscure words, which few understand |
Frans
Uitgebreide vertaling voor pedante (Frans) in het Spaans
pédante:
-
la pédante (prétentieux; pédant)
Vertaal Matrix voor pédante:
Synoniemen voor "pédante":
Wiktionary: pédante
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• pédante | → sabelotodo | ↔ Klugscheißer — abwertend: eine (männliche) Person, die immer alles besser wissen will |