Overzicht
Spaans naar Frans: Meer gegevens...
- campesina:
-
campesino:
- paysan; fermier; valet de ferme; plouc; agriculteur; péquenot; cultivateur; rustre; ouvrier agricole; fils de paysan; cutéreux; lourdaud
- rural; rustique; campagnard; de façon rustique; à la paysanne; champêtre; rustaud; villageois; grossier; rustre; en rustre; prétentieux; effronté; insolent; présomptueux; insolemment; sans gêne; prétentieusement; impertinemment; sans façons; effrontément; sans vergogne; impertinent; grossièrement; impudent; impudemment; sans se gêner
-
Wiktionary:
- campesina → paysan, paysanne, rustique, villageois, villageoise
- campesino → laboureur, paysan
- campesino → paysan, campagnard, fermier, paysanne, rustique, villageois, villageoise
Spaans
Uitgebreide vertaling voor campesina (Spaans) in het Frans
campesina:
-
la campesina
Vertaal Matrix voor campesina:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
paysanne | campesina | granjera |
Verwante woorden van "campesina":
campesina vorm van campesino:
-
el campesino (agricultor)
le paysan; le fermier; le valet de ferme; le plouc; l'agriculteur; le péquenot; le cultivateur; le rustre -
el campesino (agricultor)
-
el campesino (obrero agrícola; labrador)
-
el campesino
-
el campesino
-
el campesino (agricultor; granjero; agricultora)
-
el campesino (paleto; mentecato; capullo; bruto; tonto; torpe; grosero; agricultor; granjero; granuja; patán; palurdo; cateto; eructo; mal educado; pedazo de animal; persona torpe)
-
el campesino (capullo; persona torpe; tonto; torpe; grosero; bruto; jota; agricultor; granjero; paleto; granuja; patán; mentecato; palurdo; aldeano; cateto; eructo; mal educado)
-
el campesino (paleto; gamberro; patán; granjero; palurdo; mastuerzo; proleta; trozón; torpe; grosero; bruto; desgraciado; maleducado; granuja; miserable; aldeano; mal educado; persona torpe; pedazón)
-
campesino (rural; rústico; nacional; en estado natural; de pueblo; pastoral; aldeano; campestre; pastoril)
rural; rustique; campagnard; de façon rustique; à la paysanne; champêtre; rustaud; villageois-
rural bijvoeglijk naamwoord
-
rustique bijvoeglijk naamwoord
-
campagnard bijvoeglijk naamwoord
-
de façon rustique bijvoeglijk naamwoord
-
à la paysanne bijvoeglijk naamwoord
-
champêtre bijvoeglijk naamwoord
-
rustaud bijvoeglijk naamwoord
-
villageois bijvoeglijk naamwoord
-
-
campesino (de pueblo; grosero; rural; torpe; bruto; nacional; maleducado; incapaz; rústico; tosco; aturdido; insolente; pastoral; palurdo; aldeano; campestre; zafio; pastoril; zote; desmañado; mal educado; inhábil; mastuerzo; en estado natural)
champêtre; rustique; rural; grossier; rustre; campagnard; villageois; rustaud; en rustre; de façon rustique; à la paysanne-
champêtre bijvoeglijk naamwoord
-
rustique bijvoeglijk naamwoord
-
rural bijvoeglijk naamwoord
-
grossier bijvoeglijk naamwoord
-
rustre bijvoeglijk naamwoord
-
campagnard bijvoeglijk naamwoord
-
villageois bijvoeglijk naamwoord
-
rustaud bijvoeglijk naamwoord
-
en rustre bijvoeglijk naamwoord
-
de façon rustique bijvoeglijk naamwoord
-
à la paysanne bijvoeglijk naamwoord
-
-
campesino (bruto; desmañado; palurdo; sin vergüenza; zote; sin respeto; fresco; rural; torpe; grosero; descarado; nacional; maleducado; incapaz; rústico; impertinente; tosco; aturdido; fastidioso; insolente; arrogante; pastoral; aldeano; desvergonzado; campestre; descortés; zafio; pastoril; de pueblo; mal educado; inhábil; mastuerzo; desfachatado; en estado natural; con desenvoltura; demasiado desenvuelto)
prétentieux; effronté; insolent; rustre; champêtre; présomptueux; insolemment; sans gêne; prétentieusement; impertinemment; sans façons; effrontément; rustaud; sans vergogne; à la paysanne; rural; grossier; rustique; impertinent; campagnard; villageois; grossièrement; impudent; impudemment; en rustre; de façon rustique; sans se gêner-
prétentieux bijvoeglijk naamwoord
-
effronté bijvoeglijk naamwoord
-
insolent bijvoeglijk naamwoord
-
rustre bijvoeglijk naamwoord
-
champêtre bijvoeglijk naamwoord
-
présomptueux bijvoeglijk naamwoord
-
insolemment bijvoeglijk naamwoord
-
sans gêne bijvoeglijk naamwoord
-
prétentieusement bijvoeglijk naamwoord
-
impertinemment bijvoeglijk naamwoord
-
sans façons bijvoeglijk naamwoord
-
effrontément bijvoeglijk naamwoord
-
rustaud bijvoeglijk naamwoord
-
sans vergogne bijvoeglijk naamwoord
-
à la paysanne bijvoeglijk naamwoord
-
rural bijvoeglijk naamwoord
-
grossier bijvoeglijk naamwoord
-
rustique bijvoeglijk naamwoord
-
impertinent bijvoeglijk naamwoord
-
campagnard bijvoeglijk naamwoord
-
villageois bijvoeglijk naamwoord
-
grossièrement bijvoeglijk naamwoord
-
impudent bijvoeglijk naamwoord
-
impudemment bijvoeglijk naamwoord
-
en rustre bijvoeglijk naamwoord
-
de façon rustique bijvoeglijk naamwoord
-
sans se gêner bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor campesino:
Verwante woorden van "campesino":
Synoniemen voor "campesino":
Wiktionary: campesino
campesino
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• campesino | → paysan | ↔ Bauer — jemand, der Ackerbau oder Viehhaltung betreibt; Landwirt |
• campesino | → campagnard; paysan; fermier | ↔ boer — landbouwer |
• campesino | → paysan; paysanne | ↔ peasant — member of the agriculture low class |
• campesino | → paysan; paysanne; rustique; villageois; villageoise | ↔ peasant — country person |