Overzicht
Spaans naar Frans:   Meer gegevens...
  1. marchar:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor marchar (Spaans) in het Frans

marchar:

marchar [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el marchar (caminar; andar)
    l'acte de marcher; le va-et-vient

Vertaal Matrix voor marchar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acte de marcher andar; caminar; marchar
va-et-vient andar; caminar; marchar balanceo; conmutador bidireccional; fluctuación; interruptor bidireccional; marejada; oleaje; oscilaciones; oscilación

Synoniemen voor "marchar":


Wiktionary: marchar

marchar
verb
  1. Se déplacer par un mouvement alternatif des jambes ou des pattes, en ayant toujours un appui au sol.

Cross Translation:
FromToVia
marchar marcher march — walk with long, regular strides
marchar marcher; fonctionner work — function correctly
marchar couler laufenvon Flüssigkeiten: sich fortbewegen
marchar marcher marschieren — (intransitiv): in geschlossener Reihe (und gleichem Schritt) gehen
marchar marcher marschieren — (intransitiv): in schnellerem Tempo eine längere Strecke zu Fuß zurücklegen

Verwante vertalingen van marchar



Frans