Overzicht
Spaans naar Frans: Meer gegevens...
-
evidente:
- bien sûr; naturellement; évidemment; certainement; pourtant; sans aucun doute; en effet; évident; quand même; de toute façon; cela va de soi; sans doute; tout de même; sans contrainte; cependant; bien entendu; forcément; de toute évidence; effectivement; certes; naturel; d'ailleurs; manifeste; flagrant; clair comme le jour; clair comme de l'eau de roche; clair et net; limpide; net; nette; apparemment; manifestement; visiblement; perpendiculaire; direct; perpendiculairement; vertical; verticalement; vivant; clairement; clair; concret; palpable; qui s'adresse à vue; univoque; sans équivoque; de façon univoque; reconnaissable; connaissable; identifiable; automatiquement; compréhensible; concevable; intelligible; généralement compréhensible; d'une façon compréhensible; de façon intelligible; approfondi; percé; deviné
- Wiktionary:
Frans naar Spaans: Meer gegevens...
-
evidente:
-
Wiktionary:
évidente → manifiesto, evidente, claro -
Synoniemen voor "évidente":
patente; claire; manifeste; flagrante; obvie; autorisation; contribution; impôt; publique; ouverte; banale; commune; notoire; officielle
-
Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor evidente (Spaans) in het Frans
evidente:
-
evidente (claro está; por supuesto; naturalmente; claro; claro que; desde luego; claro que si; sin duda; sin ninguna duda; obvio; después de todo; decididamente; de todas maneras; efectivamente; claro que no; de todos modos; en el fondo; natural; en realidad)
bien sûr; naturellement; évidemment; certainement; pourtant; sans aucun doute; en effet; évident; quand même; de toute façon; cela va de soi; sans doute; tout de même; sans contrainte; cependant; bien entendu; forcément; de toute évidence; effectivement; certes; naturel; d'ailleurs-
bien sûr bijvoeglijk naamwoord
-
naturellement bijvoeglijk naamwoord
-
évidemment bijvoeglijk naamwoord
-
certainement bijvoeglijk naamwoord
-
pourtant bijvoeglijk naamwoord
-
sans aucun doute bijvoeglijk naamwoord
-
en effet bijvoeglijk naamwoord
-
évident bijvoeglijk naamwoord
-
quand même bijvoeglijk naamwoord
-
de toute façon bijvoeglijk naamwoord
-
cela va de soi bijvoeglijk naamwoord
-
sans doute bijvoeglijk naamwoord
-
tout de même bijvoeglijk naamwoord
-
sans contrainte bijvoeglijk naamwoord
-
cependant bijvoeglijk naamwoord
-
bien entendu bijvoeglijk naamwoord
-
forcément bijvoeglijk naamwoord
-
de toute évidence bijvoeglijk naamwoord
-
effectivement bijvoeglijk naamwoord
-
certes bijvoeglijk naamwoord
-
naturel bijvoeglijk naamwoord
-
d'ailleurs bijvoeglijk naamwoord
-
-
evidente (más claro que el agua; obvio; claro; inequívoco)
évident; manifeste; flagrant; clair comme le jour; clair comme de l'eau de roche-
évident bijvoeglijk naamwoord
-
manifeste bijvoeglijk naamwoord
-
flagrant bijvoeglijk naamwoord
-
clair comme le jour bijvoeglijk naamwoord
-
clair comme de l'eau de roche bijvoeglijk naamwoord
-
-
evidente (más claro que el agua; claro; obvio; inequívoco)
évident; clair et net; limpide; de toute évidence; clair comme le jour-
évident bijvoeglijk naamwoord
-
clair et net bijvoeglijk naamwoord
-
limpide bijvoeglijk naamwoord
-
de toute évidence bijvoeglijk naamwoord
-
clair comme le jour bijvoeglijk naamwoord
-
-
evidente (neto; correcto)
-
evidente (evidentemente; por lo visto; obviamente; patentemente; notorio; obvio; manifiesto)
apparemment; de toute évidence; manifestement; visiblement; manifeste-
apparemment bijvoeglijk naamwoord
-
de toute évidence bijvoeglijk naamwoord
-
manifestement bijvoeglijk naamwoord
-
visiblement bijvoeglijk naamwoord
-
manifeste bijvoeglijk naamwoord
-
-
evidente (directo; claro; recto; manifiesto; inequívoco; derecho)
évident; perpendiculaire; direct; perpendiculairement; net; vertical; verticalement-
évident bijvoeglijk naamwoord
-
perpendiculaire bijvoeglijk naamwoord
-
direct bijvoeglijk naamwoord
-
perpendiculairement bijvoeglijk naamwoord
-
net bijvoeglijk naamwoord
-
vertical bijvoeglijk naamwoord
-
verticalement bijvoeglijk naamwoord
-
-
evidente (claro)
évident; manifestement; vivant; clairement; clair; net; concret; palpable; qui s'adresse à vue-
évident bijvoeglijk naamwoord
-
manifestement bijvoeglijk naamwoord
-
vivant bijvoeglijk naamwoord
-
clairement bijvoeglijk naamwoord
-
clair bijvoeglijk naamwoord
-
net bijvoeglijk naamwoord
-
concret bijvoeglijk naamwoord
-
palpable bijvoeglijk naamwoord
-
qui s'adresse à vue bijvoeglijk naamwoord
-
-
evidente (unívoco; inequívoco; explícito; innegable; claro; obvio; manifiesto; indudable; indiscutible; ostensible; incuestionable)
univoque; évident; sans équivoque; clairement; de façon univoque; net; manifestement; clair-
univoque bijvoeglijk naamwoord
-
évident bijvoeglijk naamwoord
-
sans équivoque bijvoeglijk naamwoord
-
clairement bijvoeglijk naamwoord
-
de façon univoque bijvoeglijk naamwoord
-
net bijvoeglijk naamwoord
-
manifestement bijvoeglijk naamwoord
-
clair bijvoeglijk naamwoord
-
-
evidente (conocible; obvio)
reconnaissable; connaissable; identifiable-
reconnaissable bijvoeglijk naamwoord
-
connaissable bijvoeglijk naamwoord
-
identifiable bijvoeglijk naamwoord
-
-
evidente (automático; natural; obvio)
-
evidente (comprensible; claro; inteligible)
clair; clairement; compréhensible; concevable; intelligible; généralement compréhensible; d'une façon compréhensible; de façon intelligible-
clair bijvoeglijk naamwoord
-
clairement bijvoeglijk naamwoord
-
compréhensible bijvoeglijk naamwoord
-
concevable bijvoeglijk naamwoord
-
intelligible bijvoeglijk naamwoord
-
généralement compréhensible bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon compréhensible bijvoeglijk naamwoord
-
de façon intelligible bijvoeglijk naamwoord
-
-
evidente (evidentemente; obviamente; obvio; manifiesto; notorio)
-
evidente (inteligible; claro; comprensible; inequívoco)
clair; évident; clairement; compréhensible; concevable; intelligible; d'une façon compréhensible; de façon intelligible-
clair bijvoeglijk naamwoord
-
évident bijvoeglijk naamwoord
-
clairement bijvoeglijk naamwoord
-
compréhensible bijvoeglijk naamwoord
-
concevable bijvoeglijk naamwoord
-
intelligible bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon compréhensible bijvoeglijk naamwoord
-
de façon intelligible bijvoeglijk naamwoord
-
-
evidente (claro; obvio; ostensible)
approfondi; percé; deviné-
approfondi bijvoeglijk naamwoord
-
percé bijvoeglijk naamwoord
-
deviné bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor evidente:
Verwante woorden van "evidente":
Synoniemen voor "evidente":
Wiktionary: evidente
evidente
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• evidente | → manifeste; criant; évidente; évident; criante | ↔ apparent — clear |
• evidente | → flagrant; clair | ↔ blatant — obvious, on show |
• evidente | → évident | ↔ evident — obviously true |
• evidente | → manifeste | ↔ manifest — evident to the senses, especially to the sight; apparent |
• evidente | → l'évidence même | ↔ self-evident — obviously true |
• evidente | → évident | ↔ klaarblijkelijk — kennelijk |
• evidente | → clair | ↔ duidelijk — niet mis te verstaan |
• evidente | → clair; parlant; compréhensible | ↔ anschaulich — allgemein verständlich (z.B. bei Weitergabe von Informationen) |
• evidente | → apparent; évident; claire | ↔ evident — gehoben: überzeugend, offensichtlich oder klar ersichtlich |
• evidente | → manifeste; apparent; évident | ↔ offenbar — ursprünglich: für jeden zu sehen, klar ersichtlich (kein Zweifel möglich) |
• evidente | → évident | ↔ offensichtlich — dem Anschein nach |
Verwante vertalingen van evidente
Frans