Overzicht
Spaans naar Frans: Meer gegevens...
-
de primera:
- supérieur; de haute qualité; à merveille; magnifique; merveilleux; éblouissant; fabuleux; superbe; excellent; splendide; formidable; au mieux; de première classe; brillant; éclatant; saillant; grandiose; parfait; fantastique; sublime; resplendissant; avec éclat; exquis; savoureux; délicieux; délicieusement; en haut; impeccable; de premier rang; au poil; de premier choix; de premier ordre
- Wiktionary:
Frans naar Spaans: Meer gegevens...
Spaans
Uitgebreide vertaling voor de primera (Spaans) in het Frans
de primera:
-
de primera (de alta calidad; perfecto; sobresaliente; de gran calidad)
supérieur; de haute qualité; à merveille-
supérieur bijvoeglijk naamwoord
-
de haute qualité bijvoeglijk naamwoord
-
à merveille bijvoeglijk naamwoord
-
-
de primera (grandioso; fantástico; maravilloso; buenísimo; estupendo; a las mil maravillas; espléndido; fabuloso; magnífico; resplandeciente; de primera categoría; excelente; macanudo; fabulosamente; fenomenal; colosal; brillante; imponente; gigantesco; grande; preeminente)
magnifique; merveilleux; éblouissant; fabuleux; superbe; excellent; splendide; formidable; au mieux; de première classe; brillant; éclatant; saillant; grandiose; parfait; fantastique; sublime; resplendissant; avec éclat-
magnifique bijvoeglijk naamwoord
-
merveilleux bijvoeglijk naamwoord
-
éblouissant bijvoeglijk naamwoord
-
fabuleux bijvoeglijk naamwoord
-
superbe bijvoeglijk naamwoord
-
excellent bijvoeglijk naamwoord
-
splendide bijvoeglijk naamwoord
-
formidable bijvoeglijk naamwoord
-
au mieux bijvoeglijk naamwoord
-
de première classe bijvoeglijk naamwoord
-
brillant bijvoeglijk naamwoord
-
éclatant bijvoeglijk naamwoord
-
saillant bijvoeglijk naamwoord
-
grandiose bijvoeglijk naamwoord
-
parfait bijvoeglijk naamwoord
-
fantastique bijvoeglijk naamwoord
-
sublime bijvoeglijk naamwoord
-
resplendissant bijvoeglijk naamwoord
-
avec éclat bijvoeglijk naamwoord
-
-
de primera (excelente; estupendo; espléndido; inmejorable)
-
de primera (de primer orden; eminente; excelente; de primera clase; en lo alto; de primera categoría)
de première classe; en haut; supérieur; excellent; impeccable; de premier rang; au poil; de premier choix; de premier ordre-
de première classe bijvoeglijk naamwoord
-
en haut bijvoeglijk naamwoord
-
supérieur bijvoeglijk naamwoord
-
excellent bijvoeglijk naamwoord
-
impeccable bijvoeglijk naamwoord
-
de premier rang bijvoeglijk naamwoord
-
au poil bijvoeglijk naamwoord
-
de premier choix bijvoeglijk naamwoord
-
de premier ordre bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor de primera:
Synoniemen voor "de primera":
Wiktionary: de primera
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• de primera | → super; fameux; épatant | ↔ prima — Kaufmannssprache: erstklassig |
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van de primera
Frans
Uitgebreide vertaling voor de primera (Frans) in het Spaans
primer:
primer werkwoord (prime, primes, primons, primez, priment, primais, primait, primions, primiez, primaient, primai, primas, prima, primâmes, primâtes, primèrent, primerai, primeras, primera, primerons, primerez, primeront)
Conjugations for primer:
Présent
- prime
- primes
- prime
- primons
- primez
- priment
imparfait
- primais
- primais
- primait
- primions
- primiez
- primaient
passé simple
- primai
- primas
- prima
- primâmes
- primâtes
- primèrent
futur simple
- primerai
- primeras
- primera
- primerons
- primerez
- primeront
subjonctif présent
- que je prime
- que tu primes
- qu'il prime
- que nous primions
- que vous primiez
- qu'ils priment
conditionnel présent
- primerais
- primerais
- primerait
- primerions
- primeriez
- primeraient
passé composé
- ai primé
- as primé
- a primé
- avons primé
- avez primé
- ont primé
divers
- prime!
- primez!
- primons!
- primé
- primant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor primer:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
coronar | couronner; primer; sacrer | |
premiar | couronner; primer; sacrer | couronner; indemniser; payer; récompenser; rémunérer; rétribuer; salarier |
Synoniemen voor "primer":
de primera vorm van déprimer:
déprimer werkwoord (déprime, déprimes, déprimons, déprimez, dépriment, déprimais, déprimait, déprimions, déprimiez, déprimaient, déprimai, déprimas, déprima, déprimâmes, déprimâtes, déprimèrent, déprimerai, déprimeras, déprimera, déprimerons, déprimerez, déprimeront)
-
déprimer (abattre)
-
déprimer (décourager; lasser; désespérer)
Conjugations for déprimer:
Présent
- déprime
- déprimes
- déprime
- déprimons
- déprimez
- dépriment
imparfait
- déprimais
- déprimais
- déprimait
- déprimions
- déprimiez
- déprimaient
passé simple
- déprimai
- déprimas
- déprima
- déprimâmes
- déprimâtes
- déprimèrent
futur simple
- déprimerai
- déprimeras
- déprimera
- déprimerons
- déprimerez
- déprimeront
subjonctif présent
- que je déprime
- que tu déprimes
- qu'il déprime
- que nous déprimions
- que vous déprimiez
- qu'ils dépriment
conditionnel présent
- déprimerais
- déprimerais
- déprimerait
- déprimerions
- déprimeriez
- déprimeraient
passé composé
- ai déprimé
- as déprimé
- a déprimé
- avons déprimé
- avez déprimé
- ont déprimé
divers
- déprime!
- déprimez!
- déprimons!
- déprimé
- déprimant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor déprimer:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
deprimir | abattre; déprimer | pousser en bas |
desalentar | décourager; déprimer; désespérer; lasser | |
desanimar | décourager; déprimer; désespérer; lasser | décourager |
Synoniemen voor "déprimer":
Computer vertaling door derden: