Overzicht
Spaans naar Frans: Meer gegevens...
-
bien:
- juste; satisfaisant; approprié; correct; correctement; précisément; soigneusement; avec application; exact; exactement; précis; minutieux; minutieuse; minutieusement; délicieux; plaisant; agréable; aimable; amusant; confortable; avenant; agréablement; intime; conciliant; positif; accommodant; sympathique; divertissant; intimement; familier; avec satisfaction; sociable; confortablement; appétissant; bon; délectable; alléchant; bien; sec; net; sèchement; non endommagé; intact; intacte
- article; objet; chose; truc; camelote; produit; bien
- Wiktionary:
Frans naar Spaans: Meer gegevens...
-
bien:
- bello; lindo; hermoso; bonito; de acuerdo; conforme; simpático; amigable; majo; amable; mono; muy; delicioso; riquísimo; deleitoso; bueno; obediente; modélico; docil; ejemplar; bienaventurado; apetitoso; muy rico; rico; magnífico; gustoso; escogido; bien; sublime; excelente; agradable; limpio; depurado; con gran diferencia; con mucho
- propiedad; posesiones; cosas; productos; artículos de comercio; crédito; bien; activo
- Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor bien (Spaans) in het Frans
bien:
-
bien (correcto; bueno; justo; acertado; justamente; exacto; exactamente)
juste; satisfaisant; approprié; correct; correctement; précisément; soigneusement; avec application; exact; exactement; précis; minutieux; minutieuse; minutieusement-
juste bijvoeglijk naamwoord
-
satisfaisant bijvoeglijk naamwoord
-
approprié bijvoeglijk naamwoord
-
correct bijvoeglijk naamwoord
-
correctement bijvoeglijk naamwoord
-
précisément bijvoeglijk naamwoord
-
soigneusement bijvoeglijk naamwoord
-
avec application bijvoeglijk naamwoord
-
exact bijvoeglijk naamwoord
-
exactement bijvoeglijk naamwoord
-
précis bijvoeglijk naamwoord
-
minutieux bijvoeglijk naamwoord
-
minutieuse bijvoeglijk naamwoord
-
minutieusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
bien (agradable; bueno; grato; ameno; entretenido; cómodo; amable; beneficioso; divertido; conveniente; confortable)
délicieux; plaisant; agréable; aimable; amusant; confortable; avenant; agréablement; intime; conciliant; positif; accommodant; sympathique; divertissant; intimement; familier; avec satisfaction; sociable; confortablement-
délicieux bijvoeglijk naamwoord
-
plaisant bijvoeglijk naamwoord
-
agréable bijvoeglijk naamwoord
-
aimable bijvoeglijk naamwoord
-
amusant bijvoeglijk naamwoord
-
confortable bijvoeglijk naamwoord
-
avenant bijvoeglijk naamwoord
-
agréablement bijvoeglijk naamwoord
-
intime bijvoeglijk naamwoord
-
conciliant bijvoeglijk naamwoord
-
positif bijvoeglijk naamwoord
-
accommodant bijvoeglijk naamwoord
-
sympathique bijvoeglijk naamwoord
-
divertissant bijvoeglijk naamwoord
-
intimement bijvoeglijk naamwoord
-
familier bijvoeglijk naamwoord
-
avec satisfaction bijvoeglijk naamwoord
-
sociable bijvoeglijk naamwoord
-
confortablement bijvoeglijk naamwoord
-
-
bien (rico; bienaventurado; apetitoso; muy rico; bueno; delicioso; magnífico; gustoso; escogido; sublime; excelente; agradable)
appétissant; bon; délectable; alléchant; bien-
appétissant bijvoeglijk naamwoord
-
bon bijvoeglijk naamwoord
-
délectable bijvoeglijk naamwoord
-
alléchant bijvoeglijk naamwoord
-
bien bijvoeglijk naamwoord
-
-
bien (decente; cuidado; limpio; correcto; ordenado; arreglado; esmerado; pulcro; desprotegida; ordenadamente; decentemente; sin vigilancia; bien ordenado)
-
bien
confortable-
confortable bijvoeglijk naamwoord
-
-
bien (ileso; no averiado; indemne; entero; íntegro; intacto; sano y salvo; en buen estado)
non endommagé; intact; intacte-
non endommagé bijvoeglijk naamwoord
-
intact bijvoeglijk naamwoord
-
intacte bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor bien:
Verwante woorden van "bien":
Synoniemen voor "bien":
Wiktionary: bien
bien
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bien | → permis; pouvoir; bien | ↔ OK — all right, permitted |
• bien | → passable; acceptable; pas mal; correct | ↔ OK — satisfactory |
• bien | → ça va | ↔ OK — in good health or in a good emotional state |
• bien | → actif | ↔ assets — any property or object of value that one possesses |
• bien | → actif; avoir; atout | ↔ asset — something or someone of any value |
• bien | → bien; produit | ↔ commodity — anything movable traded |
• bien | → bien | ↔ fine — being acceptable, adequate, passable, or satisfactory |
• bien | → bon | ↔ good — of food, having a particularly pleasant taste |
• bien | → bons; bon | ↔ good — the forces of good |
• bien | → très bien; génial | ↔ great — great! |
• bien | → pas mal; assez | ↔ pretty — somewhat |
• bien | → bien | ↔ well — accurately; competently |
• bien | → bien | ↔ well — to a significant degree |
• bien | → vachement | ↔ well — (qualifier) very |
• bien | → bien | ↔ goed — op goede wijze |
• bien | → bien | ↔ goed — iets concreets of abstracts dat men in bezit kan hebben |
Verwante vertalingen van bien
Frans
Uitgebreide vertaling voor bien (Frans) in het Spaans
bien:
-
bien (beau; chouette; joli)
-
bien (d'accord; en règle; parfait; bon)
-
bien (sympa; joli; chouette; drôle; aimable; sympathiquement; gentil; gentille; plaisant; mignonne; mignon; amusant; gai; chéri; amicalement; aimablement; marrant; chère; cher; gentiment; accueillant; amical)
-
bien (très; hautement)
-
bien (délicieux; délicieuse; bon; bonne; savoureux; extrêmement bon; excellent; céleste; savoureuse; ravissant; magnifique; superbe; exquis; divinement; splendide; divin; délicieusement; superbement; délicat)
-
bien (sage; vertueux; honnête; avec honnêteté; intègre; exemplaire; sagement)
-
bien (alléchant; appétissant; bon; délectable)
bienaventurado; apetitoso; muy rico; rico; bueno; delicioso; magnífico; gustoso; escogido; bien; sublime; excelente; agradable-
bienaventurado bijvoeglijk naamwoord
-
apetitoso bijvoeglijk naamwoord
-
muy rico bijvoeglijk naamwoord
-
rico bijvoeglijk naamwoord
-
bueno bijvoeglijk naamwoord
-
delicioso bijvoeglijk naamwoord
-
magnífico bijvoeglijk naamwoord
-
gustoso bijvoeglijk naamwoord
-
escogido bijvoeglijk naamwoord
-
bien bijvoeglijk naamwoord
-
sublime bijvoeglijk naamwoord
-
excelente bijvoeglijk naamwoord
-
agradable bijvoeglijk naamwoord
-
-
bien (proprement; propre; net; clair)
-
bien (de beaucoup; aisément; infiniment; de loin)
con gran diferencia; con mucho-
con gran diferencia bijvoeglijk naamwoord
-
con mucho bijvoeglijk naamwoord
-
-
le bien (biens; propriété; possession; propriétés)
-
le bien
Vertaal Matrix voor bien:
Synoniemen voor "bien":
Wiktionary: bien
bien
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bien | → bien | ↔ OK — all right, permitted |
• bien | → bien; artículo de consumo | ↔ commodity — anything movable traded |
• bien | → bien | ↔ fine — being acceptable, adequate, passable, or satisfactory |
• bien | → encantar; gustar; adorar | ↔ love — be strongly inclined towards doing |
• bien | → posesión | ↔ possession — something that is owned |
• bien | → bien | ↔ well — accurately; competently |
• bien | → bien | ↔ well — to a significant degree |
• bien | → bien | ↔ goed — op goede wijze |
• bien | → bien | ↔ goed — iets concreets of abstracts dat men in bezit kan hebben |
• bien | → mercancía | ↔ Gut — ökonomisch: etwas von Wert, auch als Mittel der Bedürfnisbefriedigung |
• bien | → mucho | ↔ viel — Verstärkung des Komparativs |
• bien | → bueno | ↔ wohl — veraltend: gut |