Overzicht
Spaans naar Frans:   Meer gegevens...
  1. les:
  2. Wiktionary:
Frans naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. les:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor les (Spaans) in het Frans

les:

les bijvoeglijk naamwoord

  1. les (ellos; sus; su; )
    leur; eux; les
    • leur bijvoeglijk naamwoord
    • eux bijvoeglijk naamwoord
    • les bijvoeglijk naamwoord

les

  1. les (sus; se; ellos; )
    on

Vertaal Matrix voor les:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
on alguien; una persona
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
les el; la; las; los
on a ellas; a ellos; ella; ellas; ello; ellos; las; les; los; se; su; sus
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eux a ellas; a ellos; ella; ellas; ello; ellos; las; les; los; se; su; sus
les a ellas; a ellos; ella; ellas; ello; ellos; las; les; los; se; su; sus
leur a ellas; a ellos; ella; ellas; ello; ellos; las; les; los; se; su; sus

Wiktionary: les

les
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
les vous you — object pronoun: the group being addressed



Frans

Uitgebreide vertaling voor les (Frans) in het Spaans

les:

les bijvoeglijk naamwoord

  1. les (leur; eux)
    sus; ellos; su; a ellos; se; ellas; los; les; ella; a ellas; las; ello
    • sus bijvoeglijk naamwoord
    • ellos bijvoeglijk naamwoord
    • su bijvoeglijk naamwoord
    • a ellos bijvoeglijk naamwoord
    • se bijvoeglijk naamwoord
    • ellas bijvoeglijk naamwoord
    • los bijvoeglijk naamwoord
    • les bijvoeglijk naamwoord
    • ella bijvoeglijk naamwoord
    • a ellas bijvoeglijk naamwoord
    • las bijvoeglijk naamwoord
    • ello bijvoeglijk naamwoord

les

  1. les (la; le; l')

Vertaal Matrix voor les:

PronounVerwante vertalingenAndere vertalingen
ella elle
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
a ellas on
a ellos on
el l'; la; le; les ce; cela; ça
ella on
ellas elles; on
ello on; une chose pareille; une telle chose
ellos elles; on
la l'; la; le; les ce; cela; ça
las l'; la; le; les on
les on
los l'; la; le; les on
se elle-même; elles-mêmes; eux-mêmes; l'un l'autre; l'un à l'autre; lui-même; mutuellement; on; réciproquement; se; soi-même
su on; sien; vos; votre
sus on; vos; votre
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
a ellas eux; les; leur
a ellos eux; les; leur
el le la les
ella eux; les; leur
ellas eux; les; leur
ello eux; les; leur pareilles; pareils; si; tellement; telles; tels
ellos eux; les; leur
la le la les
las eux; les; leur le la les
les eux; les; leur
los eux; les; leur le la les
se eux; les; leur
su eux; les; leur sa; ses; son; votre
sus eux; les; leur

Synoniemen voor "les":


Wiktionary: les

les
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
les la; el; lo het — bepaald lidwoord
les el; la; los; las; lo the — article
les el; la; los; las the — used as an alternative to a possessive pronoun before body parts
les el! the — stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention
les los; las the — with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”
les el; la; los; las; lo the — with a superlative
les el; la; los; las the — used with the name of a member of a class to refer to all things in that class

lès:


Synoniemen voor "lès":


îles:


Synoniemen voor "îles":


Verwante vertalingen van les