Overzicht
Spaans naar Frans: Meer gegevens...
-
fundamental:
- nécessaire; requis; essentiel; nécessairement; indispensable; exigé; inévitable; fondamental; basique; de base; foncièrement; en profondeur; approfondi; consciencieux; élémentaire; intrinsèque; crucial; consciencieusement; dans le détail; essentielle; inéluctable; vital; de première nécessité; critique; décisif; cardinal; central; élementaire; à vrai dire; réellement; en fait; au fond; en vérité; réel; en réalité; proprement dit; fondamentaliste
-
Wiktionary:
- fundamental → fondamental
- fundamental → fondamental, basique, élémentaire, essentiel, foncier, primaire, essentiellement, fondamentalement, principal, principale, de fond, de principe
Spaans
Uitgebreide vertaling voor fundamental (Spaans) in het Frans
fundamental:
-
fundamental (imprescindible; substancial)
nécessaire; requis; essentiel; nécessairement; indispensable; exigé; inévitable-
nécessaire bijvoeglijk naamwoord
-
requis bijvoeglijk naamwoord
-
essentiel bijvoeglijk naamwoord
-
nécessairement bijvoeglijk naamwoord
-
indispensable bijvoeglijk naamwoord
-
exigé bijvoeglijk naamwoord
-
inévitable bijvoeglijk naamwoord
-
-
fundamental
fondamental; basique; de base-
fondamental bijvoeglijk naamwoord
-
basique bijvoeglijk naamwoord
-
de base bijvoeglijk naamwoord
-
-
fundamental (esencial; elemental)
essentiel; fondamental; foncièrement; en profondeur; approfondi; consciencieux; élémentaire; intrinsèque; crucial; consciencieusement; de base; dans le détail-
essentiel bijvoeglijk naamwoord
-
fondamental bijvoeglijk naamwoord
-
foncièrement bijvoeglijk naamwoord
-
en profondeur bijvoeglijk naamwoord
-
approfondi bijvoeglijk naamwoord
-
consciencieux bijvoeglijk naamwoord
-
élémentaire bijvoeglijk naamwoord
-
intrinsèque bijvoeglijk naamwoord
-
crucial bijvoeglijk naamwoord
-
consciencieusement bijvoeglijk naamwoord
-
de base bijvoeglijk naamwoord
-
dans le détail bijvoeglijk naamwoord
-
-
fundamental (indispensable; imprescindible; esencial; ineludible; crucial; substancial; inevitable; primordial; muy necesario; decisivo; básico; vital; elemental)
nécessairement; indispensable; essentiel; essentielle; élémentaire; inéluctable; intrinsèque; inévitable; vital; foncièrement; de première nécessité; critique; fondamental; décisif; crucial; de base-
nécessairement bijvoeglijk naamwoord
-
indispensable bijvoeglijk naamwoord
-
essentiel bijvoeglijk naamwoord
-
essentielle bijvoeglijk naamwoord
-
élémentaire bijvoeglijk naamwoord
-
inéluctable bijvoeglijk naamwoord
-
intrinsèque bijvoeglijk naamwoord
-
inévitable bijvoeglijk naamwoord
-
vital bijvoeglijk naamwoord
-
foncièrement bijvoeglijk naamwoord
-
de première nécessité bijvoeglijk naamwoord
-
critique bijvoeglijk naamwoord
-
fondamental bijvoeglijk naamwoord
-
décisif bijvoeglijk naamwoord
-
crucial bijvoeglijk naamwoord
-
de base bijvoeglijk naamwoord
-
-
fundamental (cardinal; vital; central; decisivo; esencial; crucial)
-
fundamental (necesario; imprescindible; esencial; elemental; substancial)
nécessaire; indispensable; exigé; essentiel-
nécessaire bijvoeglijk naamwoord
-
indispensable bijvoeglijk naamwoord
-
exigé bijvoeglijk naamwoord
-
essentiel bijvoeglijk naamwoord
-
-
fundamental (esencial; necesario; imprescindible; crucial; importante; indispensable; central; relevante; cardinal; substancial; vital; decisivo; elemental)
essentiel; indispensable; élementaire; fondamental; crucial; décisif-
essentiel bijvoeglijk naamwoord
-
indispensable bijvoeglijk naamwoord
-
élementaire bijvoeglijk naamwoord
-
fondamental bijvoeglijk naamwoord
-
crucial bijvoeglijk naamwoord
-
décisif bijvoeglijk naamwoord
-
-
fundamental (efectivo; realmente; en realidad; de hecho; de veras; verdadero; verdaderamente; real; esencial; en efecto; substancial; factual; intrínseco; en el fondo; virtualmente)
à vrai dire; réellement; en fait; au fond; en vérité; réel; foncièrement; en réalité; proprement dit-
à vrai dire bijvoeglijk naamwoord
-
réellement bijvoeglijk naamwoord
-
en fait bijvoeglijk naamwoord
-
au fond bijvoeglijk naamwoord
-
en vérité bijvoeglijk naamwoord
-
réel bijvoeglijk naamwoord
-
foncièrement bijvoeglijk naamwoord
-
en réalité bijvoeglijk naamwoord
-
proprement dit bijvoeglijk naamwoord
-
-
fundamental (fundamentalmente)
fondamentaliste-
fondamentaliste bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor fundamental:
Verwante woorden van "fundamental":
Synoniemen voor "fundamental":
Wiktionary: fundamental
fundamental
Cross Translation:
adjective
-
Ce qui précéder le commencement, l'origine de toute chose, qui est au fondement de.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fundamental | → fondamental | ↔ fundamental — pertaining to the foundation or basis; serving for the foundation |
• fundamental | → fondamental | ↔ fundamenteel — aan de basis staande |
• fundamental | → basique | ↔ basaal — fundamenteel |
• fundamental | → élémentaire; essentiel; foncier; fondamental; primaire; essentiellement; fondamentalement | ↔ grundlegend — die Grundlage herstellend, die Basis bildend |
• fundamental | → principal; principale | ↔ grundsätzlich — in Folge von [1]: ausschlaggebend und wichtig |
• fundamental | → de fond; de principe | ↔ prinzipiell — auf der Grundlage eines Prinzips |
Computer vertaling door derden: