Home ->Woordenboeken ->Spaans/Frans ->Zoek: persona

Spaanse en Franse zoekresultaten voor: persona

Overzicht
Spaans naar Frans:   Meer gegevens...
  1. persona:
  2. Wiktionary:
Frans naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. persona:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor persona (Spaans) in het Frans

persona:

persona [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la persona (género humano; individuo; hombre; ser humano)
    l'être; la personne; l'individu; le mortel
    • être [le ~] zelfstandig naamwoord
    • personne [la ~] zelfstandig naamwoord
    • individu [le ~] zelfstandig naamwoord
    • mortel [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. la persona (hombre; tipo; personaje; )
    la personne; l'homme; l'individu
    • personne [la ~] zelfstandig naamwoord
    • homme [le ~] zelfstandig naamwoord
    • individu [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. la persona (individuo; tipo; personaje)
    l'individu; le solitaire

Vertaal Matrix voor persona:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
homme figura; género humano; hombre; persona; personaje; personalidad; ser humano; tipo amo; caballero; chaval; chico; compañera; compañera en la vida; compañero; compañero en la vida; conserje; consorte; conviviente; criado; esposa; esposo; fulano; hombre; hombrecillo; hombrecito; joven; macho; marido; peón; ser humano; señor; sirviente doméstico; soberano; tipo; tío
individu figura; género humano; hombre; individuo; persona; personaje; personalidad; ser humano; tipo conserje; criado; criatura; hombre; marido; peón; ser; ser humano; sirviente doméstico; sujeto; tipo; tío
mortel género humano; hombre; individuo; persona; ser humano
personne figura; género humano; hombre; individuo; persona; personaje; personalidad; ser humano; tipo alguien; una persona
solitaire individuo; persona; personaje; tipo anacoreta; eremita; ermitaño; individuo; solitario
être género humano; hombre; individuo; persona; ser humano criatura; ser; sujeto; tipo
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
être encontrarse; estar; hallarse
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mortel aburrido; bobo; embotador; estúpido; fatal; funesto; imbécil; insípido; lelo; monótono; mortal; mortalmente; tedioso; tonto
solitaire abandonado; aislado; apartado; aparte; asustadizo; desierto; distante; echado; en cuarentena; fuera de lo común; insociable; lejano; lejos; poco corriente; reservado; retirado; retraído; separado; solamente; solitario; solo; sólo; tímido; único en su especie

Synoniemen voor "persona":


Wiktionary: persona

persona
noun
  1. Être humain
Cross Translation:
FromToVia
• persona → personne ↔ persoon — Klasse van persoonlijk voornaamwoord
• persona → personne ↔ persoon — Menselijk individu
• persona → homme ↔ mens — de Homo sapiens, het zoogdier waar wij toe gerekend worden
• persona → homme; personne ↔ Mensch — [1] als einzelnes Individuum
• persona → personne ↔ Person — in der Allgemeinsprache: ein Mensch
• persona → personne ↔ Person — ein Rechtssubjekt- oder Wirtschaftssubjekt
• persona → personne ↔ person — individual
• persona → personne ↔ person — any individual or formal organization with standing before the courts
• persona → personne ↔ person — linguistic category

Verwante vertalingen van persona







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0665 seconde
Page rendered in 1.0 seconds