Overzicht
Spaans naar Frans: Meer gegevens...
-
listo:
- prêt; fini; passé; fait; terminé; disposé; préparé; achevé; exécuté; disponible; prêt à partir; avec armes et bagages; prompt à la riposte; vif; malin; débrouillard; intelligent; à propos; sagace; adroit; tranchant; astucieusement; futé; judicieux; vive; habile; éveillé; avec ruse; fin; alerte; rusé; astucieux; avisé; prompt; au fait; ingénieux; dégourdi; intelligemment; promptement; ingénieusement; brillant; sagacieux; agile; perspicace; roublard; accompli; effectué; cuit; avec intelligence; vilain; méchant; hypocrite; sournoisement; perfide; bas; miteux; minable; traître; vil; roué; bassement; perfidement; sournois; fieffé; vilainement; à la dérobée; traîtreusement; à l'insu des autres; raffiné; aiguisé; malicieux; taillé; ingénieuse; averti; avec astuce; habilement; adroitement; agilement; calculateur; calculé; capable; entraîné; compétent; exercé; apte; clairvoyant; finement; poli; aigu; en pointe; pointu; acéré; en flèche; subtil; séduisant; attrayant; tentant; attractif; attirant
- génie
-
Wiktionary:
- listo → intelligent, prêt
- listo → talentueux, intelligent, terminé, fait, prêt, prête, vif, habile, prêt à l’emploi, avisé, malin
Spaans
Uitgebreide vertaling voor listo (Spaans) in het Frans
listo:
-
listo (acabado; pasado; terminado; pronto; completo; llevado a cabo; perfecto; concluído; realizado; efectuado)
-
listo (completo; terminado; llevado a cabo; acabado; realizado; preparado; efectuado; ultimado; concluido)
-
listo (preparado)
prêt; disponible; préparé; disposé-
prêt bijvoeglijk naamwoord
-
disponible bijvoeglijk naamwoord
-
préparé bijvoeglijk naamwoord
-
disposé bijvoeglijk naamwoord
-
-
listo (preparado)
prêt à partir; avec armes et bagages-
prêt à partir bijvoeglijk naamwoord
-
avec armes et bagages bijvoeglijk naamwoord
-
-
listo (pronto a la réplica; inteligente; avispado; vivo; oportuno; aprovechado; ladino; zorro; ingenioso; despierto; afilado; agudo; astuto; diestro; vivaracho)
prompt à la riposte; vif; malin; débrouillard; intelligent; à propos; sagace; adroit; tranchant; astucieusement; futé; judicieux; vive; habile; éveillé; avec ruse; fin; alerte; rusé; astucieux; avisé; prompt; au fait; ingénieux; dégourdi; intelligemment; promptement; ingénieusement-
prompt à la riposte bijvoeglijk naamwoord
-
vif bijvoeglijk naamwoord
-
malin bijvoeglijk naamwoord
-
débrouillard bijvoeglijk naamwoord
-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
à propos bijvoeglijk naamwoord
-
sagace bijvoeglijk naamwoord
-
adroit bijvoeglijk naamwoord
-
tranchant bijvoeglijk naamwoord
-
astucieusement bijvoeglijk naamwoord
-
futé bijvoeglijk naamwoord
-
judicieux bijvoeglijk naamwoord
-
vive bijvoeglijk naamwoord
-
habile bijvoeglijk naamwoord
-
éveillé bijvoeglijk naamwoord
-
avec ruse bijvoeglijk naamwoord
-
fin bijvoeglijk naamwoord
-
alerte bijvoeglijk naamwoord
-
rusé bijvoeglijk naamwoord
-
astucieux bijvoeglijk naamwoord
-
avisé bijvoeglijk naamwoord
-
prompt bijvoeglijk naamwoord
-
au fait bijvoeglijk naamwoord
-
ingénieux bijvoeglijk naamwoord
-
dégourdi bijvoeglijk naamwoord
-
intelligemment bijvoeglijk naamwoord
-
promptement bijvoeglijk naamwoord
-
ingénieusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
listo (afilado; guapa; descansado; guapo; apuesto; bello; agudo; mañoso; astuto; inteligente; aprovechado; ingenioso; cortante; buen mozo; de buen ver)
intelligent; malin; brillant; futé; adroit; judicieux; rusé; sagacieux; habile; débrouillard; agile; perspicace; astucieux; ingénieux; roublard-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
malin bijvoeglijk naamwoord
-
brillant bijvoeglijk naamwoord
-
futé bijvoeglijk naamwoord
-
adroit bijvoeglijk naamwoord
-
judicieux bijvoeglijk naamwoord
-
rusé bijvoeglijk naamwoord
-
sagacieux bijvoeglijk naamwoord
-
habile bijvoeglijk naamwoord
-
débrouillard bijvoeglijk naamwoord
-
agile bijvoeglijk naamwoord
-
perspicace bijvoeglijk naamwoord
-
astucieux bijvoeglijk naamwoord
-
ingénieux bijvoeglijk naamwoord
-
roublard bijvoeglijk naamwoord
-
-
listo (despabilado; inteligente; zorro; vivo; astuto; ingenioso; perspicaz; avispado; despierto)
intelligent; malin; futé; éveillé; dégourdi; astucieusement; débrouillard; rusé; avisé; astucieux; prompt; roublard-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
malin bijvoeglijk naamwoord
-
futé bijvoeglijk naamwoord
-
éveillé bijvoeglijk naamwoord
-
dégourdi bijvoeglijk naamwoord
-
astucieusement bijvoeglijk naamwoord
-
débrouillard bijvoeglijk naamwoord
-
rusé bijvoeglijk naamwoord
-
avisé bijvoeglijk naamwoord
-
astucieux bijvoeglijk naamwoord
-
prompt bijvoeglijk naamwoord
-
roublard bijvoeglijk naamwoord
-
-
listo (acabado; hecho; realizado; terminado; llevado a cabo; ejecutado)
-
listo (inteligente; destacado; agudo; buen mozo; brillante; juicioso; perspicaz; de buen ver)
intelligent; intelligemment; avec intelligence-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
intelligemment bijvoeglijk naamwoord
-
avec intelligence bijvoeglijk naamwoord
-
-
listo (dispuesto; propenso; inclinado)
-
listo (astuto; exquisito; zorro; bajo; desagradable; malo; antipático; sinvergüenza; secreto; afilado; ducho; redomado; guarro; a escondidas; grosero; canalla; sofisticado; vivo; falso; disimulado; secretamente; hábil; desafinado; indecente; taimado; pérfido; cazurro; traicionero; tallado; reticente; despreciable; obsceno; andrajoso; harapiento; solapado; socarrón; a hurtadillas; terriblemente; subrepticio; falsamente; en secreto; falsificado; desacorde; en falso)
vilain; méchant; rusé; malin; hypocrite; sournoisement; perfide; bas; miteux; futé; minable; traître; vil; roué; bassement; perfidement; sournois; fieffé; vilainement; à la dérobée; traîtreusement; à l'insu des autres-
vilain bijvoeglijk naamwoord
-
méchant bijvoeglijk naamwoord
-
rusé bijvoeglijk naamwoord
-
malin bijvoeglijk naamwoord
-
hypocrite bijvoeglijk naamwoord
-
sournoisement bijvoeglijk naamwoord
-
perfide bijvoeglijk naamwoord
-
bas bijvoeglijk naamwoord
-
miteux bijvoeglijk naamwoord
-
futé bijvoeglijk naamwoord
-
minable bijvoeglijk naamwoord
-
traître bijvoeglijk naamwoord
-
vil bijvoeglijk naamwoord
-
roué bijvoeglijk naamwoord
-
bassement bijvoeglijk naamwoord
-
perfidement bijvoeglijk naamwoord
-
sournois bijvoeglijk naamwoord
-
fieffé bijvoeglijk naamwoord
-
vilainement bijvoeglijk naamwoord
-
à la dérobée bijvoeglijk naamwoord
-
traîtreusement bijvoeglijk naamwoord
-
à l'insu des autres bijvoeglijk naamwoord
-
-
listo (afilado; mañoso; arriesgado; cuco; furtivo; falso; ciego; astuto; hábil; ingenioso; sofisticado; espabilado; ladino; deslizante; avispado; calculador; cazurro; habilidoso; bien calculado)
-
listo (ingenioso; perito; apuesto; hábil; diestro; inventivo; ducho; inteligente; habilidoso)
brillant; astucieux; ingénieuse; ingénieux; averti; agile; avisé; habile; avec astuce; habilement; ingénieusement; astucieusement-
brillant bijvoeglijk naamwoord
-
astucieux bijvoeglijk naamwoord
-
ingénieuse bijvoeglijk naamwoord
-
ingénieux bijvoeglijk naamwoord
-
averti bijvoeglijk naamwoord
-
agile bijvoeglijk naamwoord
-
avisé bijvoeglijk naamwoord
-
habile bijvoeglijk naamwoord
-
avec astuce bijvoeglijk naamwoord
-
habilement bijvoeglijk naamwoord
-
ingénieusement bijvoeglijk naamwoord
-
astucieusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
listo (diestro; experto; mañoso; capaz; descansado; talentoso; aprovechado; despierto; agudo; atractivo; sofisticado; cortante; afilado; ingenioso; espabilado; experimentado; habilidoso; buen mozo)
habile; agile; adroit; adroitement; habilement; agilement-
habile bijvoeglijk naamwoord
-
agile bijvoeglijk naamwoord
-
adroit bijvoeglijk naamwoord
-
adroitement bijvoeglijk naamwoord
-
habilement bijvoeglijk naamwoord
-
agilement bijvoeglijk naamwoord
-
-
listo (hallado; vivo; zorro; calculador; oportuno; avispado)
débrouillard; calculateur; malin; rusé; adroit; astucieux; dégourdi; calculé; astucieusement; roublard-
débrouillard bijvoeglijk naamwoord
-
calculateur bijvoeglijk naamwoord
-
malin bijvoeglijk naamwoord
-
rusé bijvoeglijk naamwoord
-
adroit bijvoeglijk naamwoord
-
astucieux bijvoeglijk naamwoord
-
dégourdi bijvoeglijk naamwoord
-
calculé bijvoeglijk naamwoord
-
astucieusement bijvoeglijk naamwoord
-
roublard bijvoeglijk naamwoord
-
-
listo
-
listo (hábil; capaz; talentoso; apto; competente; experto; versado; habilidoso; perito; diestro; ducho; entrenado; mañoso; certero; experimentado; sabiondo)
capable; entraîné; compétent; habile; exercé; adroitement; apte; adroit; habilement-
capable bijvoeglijk naamwoord
-
entraîné bijvoeglijk naamwoord
-
compétent bijvoeglijk naamwoord
-
habile bijvoeglijk naamwoord
-
exercé bijvoeglijk naamwoord
-
adroitement bijvoeglijk naamwoord
-
apte bijvoeglijk naamwoord
-
adroit bijvoeglijk naamwoord
-
habilement bijvoeglijk naamwoord
-
-
listo (agudo; mañoso; cortante; hermoso; perito; ingenioso; talentoso; habilidoso; bonito; claro; preciso; apretado; ducho; acre; sagaz; versado; rácano; bello; atractivo; áspero; inteligente; oportuno; penoso; doloroso; ajustado; puntiagudo; punzante; buen mozo; de buen ver)
clairvoyant; sagace; finement; fin; intelligent-
clairvoyant bijvoeglijk naamwoord
-
sagace bijvoeglijk naamwoord
-
finement bijvoeglijk naamwoord
-
fin bijvoeglijk naamwoord
-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
-
listo (pulido; diestro; tallado; afilado; mañoso; ladino; deslizante; taimado; habilidoso; redomado; alisado; allanado; acicalado)
-
listo (astuto; puntiagudo)
-
listo (despabilado; inteligente; vivo; perspicaz; avispado)
intelligent; ingénieux; ingénieusement; intelligemment-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
ingénieux bijvoeglijk naamwoord
-
ingénieusement bijvoeglijk naamwoord
-
intelligemment bijvoeglijk naamwoord
-
-
listo (ingenioso; taimado; zorro; cuco)
futé; vif; intelligent; astucieux; ingénieux; malin; éveillé; débrouillard; rusé; subtil; astucieusement; avec ruse-
futé bijvoeglijk naamwoord
-
vif bijvoeglijk naamwoord
-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
astucieux bijvoeglijk naamwoord
-
ingénieux bijvoeglijk naamwoord
-
malin bijvoeglijk naamwoord
-
éveillé bijvoeglijk naamwoord
-
débrouillard bijvoeglijk naamwoord
-
rusé bijvoeglijk naamwoord
-
subtil bijvoeglijk naamwoord
-
astucieusement bijvoeglijk naamwoord
-
avec ruse bijvoeglijk naamwoord
-
-
listo (atractivo; guapa; bonito; bello; capaz; interesante; encantador; hábil; inteligente; tentador; buen mozo; de buen ver)
-
listo (astuto; ducho; espabilado; muy vivo)
Vertaal Matrix voor listo:
Verwante woorden van "listo":
Synoniemen voor "listo":
Wiktionary: listo
listo
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• listo | → talentueux | ↔ clever — skillful |
• listo | → intelligent | ↔ clever — mentally quick or sharp |
• listo | → terminé; fait; prêt | ↔ done — (of food) ready, fully cooked |
• listo | → prêt; prête | ↔ ready — Prepared for immediate action or use |
• listo | → prêt | ↔ set — ready, prepared |
• listo | → vif | ↔ sharp — intelligent |
• listo | → habile; intelligent | ↔ smart — exhibiting intellectual knowledge, such as that found in books |
• listo | → prêt | ↔ bereit — auf etwas vorbereiten, mit der Vorbereitung fertig |
• listo | → prêt à l’emploi | ↔ betriebsbereit — fähig, betreiben zu werden |
• listo | → intelligent | ↔ gescheit — von großer Intelligenz, einen scharfen Verstand habend |
• listo | → avisé; malin | ↔ klug — mit scharfem Verstand und logischem Denkvermögen ausgestattet; mit gut entwickelter denkenFähigkeit |