Cocina: vertaling Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Frans: Meer gegevens...

cocina:
- cuisine; bloc-cuisine; fourneau; four; plaque de cuisson; foyer; plaque chauffante; réchaud électrique; cuisinière; réchaud; appareil de cuisson
cocinar:
- cuisine; préparation
Wiktionary:
- cocina → cuisine
- cocina → cuisine, poêle, four, fourneau, cuisinière
- cocinar → cuisiner
- cocinar → cuisiner, cuire, faire la cuisine

Spaans

Uitgebreide vertaling voor cocina (Spaans) in het Frans

cocina:

cocina [la ~] zelfstandig naamwoord

la cocina
la cuisine
- cuisine [la ~] zelfstandig naamwoord
la cocina
le bloc-cuisine
- bloc-cuisine [le ~] zelfstandig naamwoord
la cocina (hogar; horno)
le fourneau; le four; la plaque de cuisson; le foyer; la plaque chauffante; le réchaud électrique; la cuisinière
- fourneau [le ~] zelfstandig naamwoord
- four [le ~] zelfstandig naamwoord
- plaque de cuisson [la ~] zelfstandig naamwoord
- foyer [le ~] zelfstandig naamwoord
- plaque chauffante [la ~] zelfstandig naamwoord
- réchaud électrique [le ~] zelfstandig naamwoord
- cuisinière [la ~] zelfstandig naamwoord
la cocina (hornillo)
le réchaud; l'appareil de cuisson; le fourneau
- réchaud [le ~] zelfstandig naamwoord
- appareil de cuisson [le ~] zelfstandig naamwoord
- fourneau [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cocina:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
appareil de cuisson	cocina; hornillo
bloc-cuisine	cocina
cuisine	cocina	brebaje; cocinar; guisoteo; horno; preparación del comer
cuisinière	cocina; hogar; horno	aparato para cocinar; buena cocinera; cocinera; cocinero; criada de cocina; fogón; fogón de la cocina; hogar; jovencita; reina de la cocina; señorita
four	cocina; hogar; horno	horno; horno de cocina; horno para asar
fourneau	cocina; hogar; hornillo; horno	aparato para cocinar; fogón; hogar; horno; horno de cocina; horno para asar
foyer	cocina; hogar; horno	albergue; alojamiento; asilo; bar; casa; centro de acogida; chimenea; criadero; cuarto de hora; domicilio; estufa; foco; foco de incendio; foco de leña; foco del incendio; fogón; foyer; fuego; habitación; hervidero; hogar; hogar de uno; hospedaje; hospicio; lumbre; nido; perrera; punto de combustión; recogedero; refugio; residencia; residencia de animales; sala de recepción; salón; vivienda
plaque chauffante	cocina; hogar; horno	cocinilla; llama de alcohol; maquinilla de alcohol; mechero de alcohol
plaque de cuisson	cocina; hogar; horno	cocinilla; llama de alcohol; maquinilla de alcohol; mechero de alcohol
réchaud	cocina; hornillo	aparato para cocinar; carburador; cocinilla; cocinilla de alcohol; cocinita; gasificador; hornillo de alcohol; infiernillo; llama de alcohol; maquinilla de alcohol; mechero de alcohol; primero de la fila
réchaud électrique	cocina; hogar; horno	cocinilla; fogón; hogar; llama de alcohol; maquinilla de alcohol; mechero de alcohol

Synoniemen voor "cocina":

gastronomía; restauración

Wiktionary: cocina

cocina

noun

Endroit où l’on fait cuire les aliments
- cuisine → cocina
Art d’apprêter les mets, les aliments
- cuisine → cocina

Cross Translation:

From	To	Via
• cocina	→ cuisine	↔ cuisine — characteristic style of preparing food
• cocina	→ cuisine	↔ kitchen — room
• cocina	→ poêle; four	↔ stove — heater
• cocina	→ fourneau	↔ stove — device for heating food
• cocina	→ cuisinière	↔ kookfornuis — kooktoestel, een combinatie kookplaat en oven
• cocina	→ cuisinière	↔ fornuis — kookkunst\|nld kooktoestel, een combinatie kookplaat en oven
• cocina	→ four	↔ Backofen — großes Haushaltsgerät, in dem starke Hitze erzeugen wird, um Essen zu erhitzen
• cocina	→ cuisinière	↔ Herd — mit Elektrizität oder Gas betriebenes Gerät, auf dem Speisen gekocht werden können
• cocina	→ cuisine	↔ Küche — der Bereich oder Raum in Wohnungen, Bürogebäuden, Unterkunft, in dem gekocht wird; Inventar sind typischerweise Herd, Spüle und Kühlschrank

cocinar:

cocinar [el ~] zelfstandig naamwoord

el cocinar (preparación del comer)
la cuisine; la préparation
- cuisine [la ~] zelfstandig naamwoord
- préparation [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cocinar:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cuisine	cocinar; preparación del comer	brebaje; cocina; guisoteo; horno
préparation	cocinar; preparación del comer	condimento; modo de preparación; preparación; preparado; preparar; preparativo; trabajo previo

Synoniemen voor "cocinar":

guisar; aderezar; preparar; condimentar

Wiktionary: cocinar

cocinar

verb

Préparer à manger
- cuisiner → cocinar

Cross Translation:

From	To	Via
• cocinar	→ cuisiner	↔ cook — prepare (food) for eating
• cocinar	→ cuisiner	↔ cook — prepare food
• cocinar	→ cuire	↔ cook — become ready for eating
• cocinar	→ faire la cuisine; cuire	↔ kochen — Lebensmittel unter Einwirkung von Hitze zu einer Mahlzeit zubereiten

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van cocina

Remove Ads

Spaanse en Franse zoekresultaten voor: cocina

Uitgebreide vertaling voor cocina (Spaans) in het Frans

cocina:

cocina [la ~] zelfstandig naamwoord

la cocina

la cocina

la cocina (hogar; horno)

la cocina (hornillo)

Vertaal Matrix voor cocina:

Synoniemen voor "cocina":

Wiktionary: cocina

cocinar:

cocinar [el ~] zelfstandig naamwoord

el cocinar (preparación del comer)

Vertaal Matrix voor cocinar:

Synoniemen voor "cocinar":

Wiktionary: cocinar

Verwante vertalingen van cocina