Overzicht
Spaans Synoniemen: Meer gegevens...
-
tonto:
- papanatas; tonto; palurdo; pedazo de animal; gamberro; patán; paleto; grosero; granuja; mal educado; mentecato; persona torpe; bruto; cateto; ala; torpe; bobo; asno; simplón; imbécil; papamoscas; Juan Lanas; majadero; idiota; estúpido; buenazo; boba; bufón; nulidad; lelo; memo; gaznápiro; pollo de la lechuza; tonta; capullo; campesino; agricultor; granjero; eructo; burro; borrego; borrico; jota; aldeano; payaso; mequetrefe; chiflado; ganso; retardado; loco; comodín; subnormal; deficiente mental; demente; bonachón; angelote
- estúpido; entorpecido; tonto; lelo; imbécil; disparatado; bobo; insensato; disparatadamente; simplón; simplote; torpe; irrazonable; embotado; loco; cú-cú; mentalmente enfermo; idiota; aburrido; monótono; tedioso; insípido; embotador; ingenuo; aniñado; cándido; simple; inocente; inmaduro; como un niño; infantil; Juan Lanas; extraño; chiflado; perezoso; mudo; cucú; desconcertado; absurdo; cretino; chalado; desequilibrado; raro; peculiar; ganso; locamente; perturbado; loquillo; como loco; enmarañado; curioso; típico; desordenado; necio; característico; tontamente; con locura; loco de remate; caótico; descabellado; indolente; ofuscado; insano; obcecado; desatinado; mentecato; abigarrado; tosco; zafio; mastuerzo; terriblemente; irracional; borreguil
Spaans
Uitgebreide synoniemen voor tonto in het Spaans
tonto:
-
el tonto
-
el tonto
el palurdo; el pedazo de animal; el gamberro; el patán; el tonto; el paleto; el grosero; el granuja; el mal educado; el mentecato; la persona torpe; el bruto; el cateto; la ala; el torpe -
el tonto
-
el tonto
-
el tonto
-
el tonto
-
el tonto
-
el tonto
-
el tonto
el mentecato; el capullo; el bruto; el paleto; el tonto; el campesino; el torpe; el grosero; el agricultor; el granjero; el granuja; el patán; el palurdo; el cateto; el eructo; el mal educado; el pedazo de animal; la persona torpe -
el tonto
-
el tonto
-
el tonto
-
el tonto
-
el tonto
-
el tonto
el loco; el mequetrefe; el retardado; el subnormal; el deficiente mental; la idiota; el imbécil; el demente; el tonto -
el tonto
-
tonto
estúpido; entorpecido; tonto; lelo; imbécil; disparatado; bobo; insensato; disparatadamente; simplón; simplote; torpe; irrazonable; embotado-
estúpido bijvoeglijk naamwoord
-
entorpecido bijvoeglijk naamwoord
-
tonto bijvoeglijk naamwoord
-
lelo bijvoeglijk naamwoord
-
imbécil bijvoeglijk naamwoord
-
disparatado bijvoeglijk naamwoord
-
bobo bijvoeglijk naamwoord
-
insensato bijvoeglijk naamwoord
-
disparatadamente bijvoeglijk naamwoord
-
simplón bijvoeglijk naamwoord
-
simplote bijvoeglijk naamwoord
-
torpe bijvoeglijk naamwoord
-
irrazonable bijvoeglijk naamwoord
-
embotado bijvoeglijk naamwoord
-
-
tonto
loco; cú-cú; mentalmente enfermo; idiota; tonto-
loco bijvoeglijk naamwoord
-
cú-cú bijvoeglijk naamwoord
-
mentalmente enfermo bijvoeglijk naamwoord
-
idiota bijvoeglijk naamwoord
-
tonto bijvoeglijk naamwoord
-
-
tonto
-
tonto
ingenuo; aniñado; bobo; tonto; cándido; simple; inocente; inmaduro; simplón; como un niño; simplote; infantil-
ingenuo bijvoeglijk naamwoord
-
aniñado bijvoeglijk naamwoord
-
bobo bijvoeglijk naamwoord
-
tonto bijvoeglijk naamwoord
-
cándido bijvoeglijk naamwoord
-
simple bijvoeglijk naamwoord
-
inocente bijvoeglijk naamwoord
-
inmaduro bijvoeglijk naamwoord
-
simplón bijvoeglijk naamwoord
-
como un niño bijvoeglijk naamwoord
-
simplote bijvoeglijk naamwoord
-
infantil bijvoeglijk naamwoord
-
-
tonto
cú-cú; Juan Lanas; extraño; loco; chiflado; perezoso; mudo; cucú; desconcertado; absurdo; cretino; chalado; desequilibrado; tonto; raro; peculiar; ganso; locamente; perturbado; loquillo; como loco; enmarañado; curioso; típico; desordenado; necio; característico; tontamente; con locura; loco de remate; caótico; descabellado; indolente; ofuscado; insano; obcecado-
cú-cú bijvoeglijk naamwoord
-
Juan Lanas bijvoeglijk naamwoord
-
extraño bijvoeglijk naamwoord
-
loco bijvoeglijk naamwoord
-
chiflado bijvoeglijk naamwoord
-
perezoso bijvoeglijk naamwoord
-
mudo bijvoeglijk naamwoord
-
cucú bijvoeglijk naamwoord
-
desconcertado bijvoeglijk naamwoord
-
absurdo bijvoeglijk naamwoord
-
cretino bijvoeglijk naamwoord
-
chalado bijvoeglijk naamwoord
-
desequilibrado bijvoeglijk naamwoord
-
tonto bijvoeglijk naamwoord
-
raro bijvoeglijk naamwoord
-
peculiar bijvoeglijk naamwoord
-
ganso bijvoeglijk naamwoord
-
locamente bijvoeglijk naamwoord
-
perturbado bijvoeglijk naamwoord
-
loquillo bijvoeglijk naamwoord
-
como loco bijvoeglijk naamwoord
-
enmarañado bijvoeglijk naamwoord
-
curioso bijvoeglijk naamwoord
-
típico bijvoeglijk naamwoord
-
desordenado bijvoeglijk naamwoord
-
necio bijvoeglijk naamwoord
-
característico bijvoeglijk naamwoord
-
tontamente bijvoeglijk naamwoord
-
con locura bijvoeglijk naamwoord
-
loco de remate bijvoeglijk naamwoord
-
caótico bijvoeglijk naamwoord
-
descabellado bijvoeglijk naamwoord
-
indolente bijvoeglijk naamwoord
-
ofuscado bijvoeglijk naamwoord
-
insano bijvoeglijk naamwoord
-
obcecado bijvoeglijk naamwoord
-
-
tonto
estúpido; loco; chiflado; tonto; necio; bobo; ganso; absurdo; insensato; desatinado; mentecato; abigarrado-
estúpido bijvoeglijk naamwoord
-
loco bijvoeglijk naamwoord
-
chiflado bijvoeglijk naamwoord
-
tonto bijvoeglijk naamwoord
-
necio bijvoeglijk naamwoord
-
bobo bijvoeglijk naamwoord
-
ganso bijvoeglijk naamwoord
-
absurdo bijvoeglijk naamwoord
-
insensato bijvoeglijk naamwoord
-
desatinado bijvoeglijk naamwoord
-
mentecato bijvoeglijk naamwoord
-
abigarrado bijvoeglijk naamwoord
-
-
tonto
-
tonto
-
tonto
estúpido; absurdo; desatinado; terriblemente; tonto; loco; necio; chiflado; ganso; insensato; mentecato; irracional; irrazonable-
estúpido bijvoeglijk naamwoord
-
absurdo bijvoeglijk naamwoord
-
desatinado bijvoeglijk naamwoord
-
terriblemente bijvoeglijk naamwoord
-
tonto bijvoeglijk naamwoord
-
loco bijvoeglijk naamwoord
-
necio bijvoeglijk naamwoord
-
chiflado bijvoeglijk naamwoord
-
ganso bijvoeglijk naamwoord
-
insensato bijvoeglijk naamwoord
-
mentecato bijvoeglijk naamwoord
-
irracional bijvoeglijk naamwoord
-
irrazonable bijvoeglijk naamwoord
-
-
tonto