Overzicht
Spaans Synoniemen: Meer gegevens...
-
reparar:
- restablecerse; reparar; rehabilitar; arreglar; reponerse; restablecer; poner en orden; ajustar; corregir; restaurar; mejorar; cambiar; modificar; transformar; desarrollar; alterar; reformar; convertirse en; convertir; desplegar; cambiar por; variar; desarrollarse; elaborar; fabricar; evolucionar; revelar; extraer; alternar; remendar; instruir; fijar; reajustar; hacer; crear; producir; diseñar; ganar; componer; compilar; montar; formar; concebir; armar; trazar; rectificar; poner recto; realizar; confeccionar; plasmar; sanar; curarse; ponerse bueno; curar; encubrir; cicatrizar; sanear; reestructurar; remodelar; reorganizar; levantar; alzar; actualizar; renovar; prosperar; florecer; innovar; modernizar; subsanar; reconocer; grabar; ordenar; recuperarse; refrescar; hospitalizar; adecentar; perfeccionar; revisión
Spaans
Uitgebreide synoniemen voor reparar in het Spaans
reparar:
-
reparar
restablecerse; reparar; rehabilitar; arreglar; reponerse; restablecer; poner en orden; ajustar; corregir; restaurar-
restablecerse werkwoord
-
reparar werkwoord
-
rehabilitar werkwoord
-
arreglar werkwoord
-
reponerse werkwoord
-
restablecer werkwoord
-
poner en orden werkwoord
-
ajustar werkwoord
-
corregir werkwoord
-
restaurar werkwoord
-
-
reparar
-
reparar
cambiar; modificar; transformar; desarrollar; alterar; reformar; convertirse en; convertir; desplegar; cambiar por; variar; reparar; desarrollarse; elaborar; fabricar; evolucionar; revelar; extraer; alternar; remendar; instruir-
cambiar werkwoord
-
modificar werkwoord
-
transformar werkwoord
-
desarrollar werkwoord
-
alterar werkwoord
-
reformar werkwoord
-
convertirse en werkwoord
-
convertir werkwoord
-
desplegar werkwoord
-
cambiar por werkwoord
-
variar werkwoord
-
reparar werkwoord
-
desarrollarse werkwoord
-
elaborar werkwoord
-
fabricar werkwoord
-
evolucionar werkwoord
-
revelar werkwoord
-
extraer werkwoord
-
alternar werkwoord
-
remendar werkwoord
-
instruir werkwoord
-
-
reparar
-
reparar
hacer; crear; producir; diseñar; ganar; componer; compilar; montar; formar; fabricar; desarrollar; concebir; armar; reparar; convertirse en; trazar; remendar-
hacer werkwoord
-
crear werkwoord
-
producir werkwoord
-
diseñar werkwoord
-
ganar werkwoord
-
componer werkwoord
-
compilar werkwoord
-
montar werkwoord
-
formar werkwoord
-
fabricar werkwoord
-
desarrollar werkwoord
-
concebir werkwoord
-
armar werkwoord
-
reparar werkwoord
-
convertirse en werkwoord
-
trazar werkwoord
-
remendar werkwoord
-
-
reparar
rectificar; corregir; reparar; restablecer; restaurar; poner recto-
rectificar werkwoord
-
corregir werkwoord
-
reparar werkwoord
-
restablecer werkwoord
-
restaurar werkwoord
-
poner recto werkwoord
-
-
reparar
-
reparar
restablecerse; sanar; curarse; ponerse bueno; curar; reparar; encubrir; cicatrizar; sanear-
restablecerse werkwoord
-
sanar werkwoord
-
curarse werkwoord
-
ponerse bueno werkwoord
-
curar werkwoord
-
reparar werkwoord
-
encubrir werkwoord
-
cicatrizar werkwoord
-
sanear werkwoord
-
-
reparar
reestructurar; reparar; remodelar; sanear; reorganizar-
reestructurar werkwoord
-
reparar werkwoord
-
remodelar werkwoord
-
sanear werkwoord
-
reorganizar werkwoord
-
-
reparar
levantar; rehabilitar; reformar; alzar; actualizar; sanear; renovar; reorganizar; cambiar; reparar; prosperar; florecer; restaurar; innovar; modernizar-
levantar werkwoord
-
rehabilitar werkwoord
-
reformar werkwoord
-
alzar werkwoord
-
actualizar werkwoord
-
sanear werkwoord
-
renovar werkwoord
-
reorganizar werkwoord
-
cambiar werkwoord
-
reparar werkwoord
-
prosperar werkwoord
-
florecer werkwoord
-
restaurar werkwoord
-
innovar werkwoord
-
modernizar werkwoord
-
-
reparar
subsanar; renovar; reformar; restaurar; alzar; cambiar; arreglar; mejorar; reconocer; corregir; grabar; ordenar; actualizar; sanar; reparar; prosperar; restablecer; rehabilitar; recuperarse; remendar; refrescar; reponerse; innovar; hospitalizar; restablecerse; modernizar; adecentar; reorganizar-
subsanar werkwoord
-
renovar werkwoord
-
reformar werkwoord
-
restaurar werkwoord
-
alzar werkwoord
-
cambiar werkwoord
-
arreglar werkwoord
-
mejorar werkwoord
-
reconocer werkwoord
-
corregir werkwoord
-
grabar werkwoord
-
ordenar werkwoord
-
actualizar werkwoord
-
sanar werkwoord
-
reparar werkwoord
-
prosperar werkwoord
-
restablecer werkwoord
-
rehabilitar werkwoord
-
recuperarse werkwoord
-
remendar werkwoord
-
refrescar werkwoord
-
reponerse werkwoord
-
innovar werkwoord
-
hospitalizar werkwoord
-
restablecerse werkwoord
-
modernizar werkwoord
-
adecentar werkwoord
-
reorganizar werkwoord
-
-
reparar
mejorar; corregir; rectificar; rehabilitar; renovar; reparar; perfeccionar-
mejorar werkwoord
-
corregir werkwoord
-
rectificar werkwoord
-
rehabilitar werkwoord
-
renovar werkwoord
-
reparar werkwoord
-
perfeccionar werkwoord
-
-
reparar
-
reparar
Conjugations for reparar:
presente
- reparo
- reparas
- repara
- reparamos
- reparáis
- reparan
imperfecto
- reparaba
- reparabas
- reparaba
- reparábamos
- reparabais
- reparaban
indefinido
- reparé
- reparaste
- reparó
- reparamos
- reparasteis
- repararon
fut. de ind.
- repararé
- repararás
- reparará
- repararemos
- repararéis
- repararán
condic.
- repararía
- repararías
- repararía
- repararíamos
- repararíais
- repararían
pres. de subj.
- que repare
- que repares
- que repare
- que reparemos
- que reparéis
- que reparen
imp. de subj.
- que reparara
- que repararas
- que reparara
- que reparáramos
- que repararais
- que repararan
miscelánea
- ¡repara!
- ¡reparad!
- ¡no repares!
- ¡no reparéis!
- reparado
- reparando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes