Spaans

Uitgebreide synoniemen voor mazos in het Spaans

mazos:

mazos [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el mazos
    el mazos
    • mazos [el ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "mazos":


mazos vorm van mazo:

mazo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el mazo
    el mazo
    • mazo [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. el mazo
    el paquete; el mazo; el potpurrí; el conjunto; el traje; la orden; el peso; la mochila; el montón; el marco; la molestia; el envase; la masa; el grupo; el embalaje; el mandato; el progreso; el desorden; la maraña; la colección; el problemas; la cuadrilla; el envoltorio; el gravamen; el estorbo; el fardo; la imputación; el fajo; la tropas; la compilación; el petate; el desbarajuste; el revoltijo; el hatajo; el pelotón; la mezcolanza; el popurrí; la patrulla de reconocimiento
  3. el mazo
    la mochila; el traje; la barjuleta; el morral; el embalaje; el bulto; el mazo; el fardo; la alforja; el petate; el fajo; la burjaca
    • mochila [la ~] zelfstandig naamwoord
    • traje [el ~] zelfstandig naamwoord
    • barjuleta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • morral [el ~] zelfstandig naamwoord
    • embalaje [el ~] zelfstandig naamwoord
    • bulto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • mazo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • fardo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • alforja [la ~] zelfstandig naamwoord
    • petate [el ~] zelfstandig naamwoord
    • fajo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • burjaca [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. el mazo
    el mazo; la maza; el pisón
    • mazo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • maza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pisón [el ~] zelfstandig naamwoord
  5. el mazo
    el mazo; el macillo
    • mazo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • macillo [el ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "mazo":


Alternatieve synoniemen voor "mazo":