Synoniemen voor "maza" in het Spaans

la porra; la maza; la cachiporra; el garrote

• porra [la ~] zelfstandig naamwoord
• maza [la ~] zelfstandig naamwoord
• cachiporra [la ~] zelfstandig naamwoord
• garrote [el ~] zelfstandig naamwoord

el mazo; la maza; el pisón

• mazo [el ~] zelfstandig naamwoord
• maza [la ~] zelfstandig naamwoord
• pisón [el ~] zelfstandig naamwoord

la maza; el martinete

• maza [la ~] zelfstandig naamwoord
• martinete [el ~] zelfstandig naamwoord

el mazo

• mazo [el ~] zelfstandig naamwoord

el paquete; el mazo; el potpurrí; el conjunto; el traje; la orden; el peso; la mochila; el montón; el marco; la molestia; el envase; la masa; el grupo; el embalaje; el mandato; el progreso; el desorden; la maraña; la colección; el problemas; la cuadrilla; el envoltorio; el gravamen; el estorbo; el fardo; la imputación; el fajo; la tropas; la compilación; el petate; el desbarajuste; el revoltijo; el hatajo; el pelotón; la mezcolanza; el popurrí; la patrulla de reconocimiento

• paquete [el ~] zelfstandig naamwoord
• mazo [el ~] zelfstandig naamwoord
• potpurrí [el ~] zelfstandig naamwoord
• conjunto [el ~] zelfstandig naamwoord
• traje [el ~] zelfstandig naamwoord
• orden [la ~] zelfstandig naamwoord
• peso [el ~] zelfstandig naamwoord
• mochila [la ~] zelfstandig naamwoord
• montón [el ~] zelfstandig naamwoord
• marco [el ~] zelfstandig naamwoord
• molestia [la ~] zelfstandig naamwoord
• envase [el ~] zelfstandig naamwoord
• masa [la ~] zelfstandig naamwoord
• grupo [el ~] zelfstandig naamwoord
• embalaje [el ~] zelfstandig naamwoord
• mandato [el ~] zelfstandig naamwoord
• progreso [el ~] zelfstandig naamwoord
• desorden [el ~] zelfstandig naamwoord
• maraña [la ~] zelfstandig naamwoord
• colección [la ~] zelfstandig naamwoord
• problemas [el ~] zelfstandig naamwoord
• cuadrilla [la ~] zelfstandig naamwoord
• envoltorio [el ~] zelfstandig naamwoord
• gravamen [el ~] zelfstandig naamwoord
• estorbo [el ~] zelfstandig naamwoord
• fardo [el ~] zelfstandig naamwoord
• imputación [la ~] zelfstandig naamwoord
• fajo [el ~] zelfstandig naamwoord
• tropas [la ~] zelfstandig naamwoord
• compilación [la ~] zelfstandig naamwoord
• petate [el ~] zelfstandig naamwoord
• desbarajuste [el ~] zelfstandig naamwoord
• revoltijo [el ~] zelfstandig naamwoord
• hatajo [el ~] zelfstandig naamwoord
• pelotón [el ~] zelfstandig naamwoord
• mezcolanza [la ~] zelfstandig naamwoord
• popurrí [el ~] zelfstandig naamwoord
• patrulla de reconocimiento [la ~] zelfstandig naamwoord

la mochila; el traje; la barjuleta; el morral; el embalaje; el bulto; el mazo; el fardo; la alforja; el petate; el fajo; la burjaca

• mochila [la ~] zelfstandig naamwoord
• traje [el ~] zelfstandig naamwoord
• barjuleta [la ~] zelfstandig naamwoord
• morral [el ~] zelfstandig naamwoord
• embalaje [el ~] zelfstandig naamwoord
• bulto [el ~] zelfstandig naamwoord
• mazo [el ~] zelfstandig naamwoord
• fardo [el ~] zelfstandig naamwoord
• alforja [la ~] zelfstandig naamwoord
• petate [el ~] zelfstandig naamwoord
• fajo [el ~] zelfstandig naamwoord
• burjaca [la ~] zelfstandig naamwoord

el mazo; la maza; el pisón

• mazo [el ~] zelfstandig naamwoord
• maza [la ~] zelfstandig naamwoord
• pisón [el ~] zelfstandig naamwoord

el mazo; el macillo

• mazo [el ~] zelfstandig naamwoord
• macillo [el ~] zelfstandig naamwoord