Overzicht
Spaans Synoniemen: Meer gegevens...
-
instantáneamente:
- inmediatamente; enseguida; directo; en seguida; instantáneamente; de inmediato; al mismo tiempo; al instante; en el acto; igualmente; a la vez; al igual que; por igual; análogo; inmediato; instantáneo; sin tardar; sin más tardar; sin demora; puntual; rápidamente; repentinamente; acto seguido; pronto; en breve
Spaans
Uitgebreide synoniemen voor instantáneamente in het Spaans
instantáneamente:
-
instantáneamente
inmediatamente; enseguida; directo; en seguida; instantáneamente; de inmediato; al mismo tiempo; al instante; en el acto-
inmediatamente bijvoeglijk naamwoord
-
enseguida bijvoeglijk naamwoord
-
directo bijvoeglijk naamwoord
-
en seguida bijvoeglijk naamwoord
-
instantáneamente bijvoeglijk naamwoord
-
de inmediato bijvoeglijk naamwoord
-
al mismo tiempo bijvoeglijk naamwoord
-
al instante bijvoeglijk naamwoord
-
en el acto bijvoeglijk naamwoord
-
-
instantáneamente
al mismo tiempo; igualmente; a la vez; instantáneamente; inmediatamente; en seguida; al igual que; por igual; análogo; de inmediato; en el acto-
al mismo tiempo bijvoeglijk naamwoord
-
igualmente bijvoeglijk naamwoord
-
a la vez bijvoeglijk naamwoord
-
instantáneamente bijvoeglijk naamwoord
-
inmediatamente bijvoeglijk naamwoord
-
en seguida bijvoeglijk naamwoord
-
al igual que bijvoeglijk naamwoord
-
por igual bijvoeglijk naamwoord
-
análogo bijvoeglijk naamwoord
-
de inmediato bijvoeglijk naamwoord
-
en el acto bijvoeglijk naamwoord
-
-
instantáneamente
inmediato; enseguida; inmediatamente; al instante; instantáneo; instantáneamente; sin tardar; sin más tardar; directo; en seguida; de inmediato; en el acto; sin demora-
inmediato bijvoeglijk naamwoord
-
enseguida bijvoeglijk naamwoord
-
inmediatamente bijvoeglijk naamwoord
-
al instante bijvoeglijk naamwoord
-
instantáneo bijvoeglijk naamwoord
-
instantáneamente bijvoeglijk naamwoord
-
sin tardar bijvoeglijk naamwoord
-
sin más tardar bijvoeglijk naamwoord
-
directo bijvoeglijk naamwoord
-
en seguida bijvoeglijk naamwoord
-
de inmediato bijvoeglijk naamwoord
-
en el acto bijvoeglijk naamwoord
-
sin demora bijvoeglijk naamwoord
-
-
instantáneamente
inmediato; inmediatamente; enseguida; en seguida; instantáneamente; sin tardar; sin más tardar; puntual; directo; rápidamente; instantáneo; repentinamente; de inmediato; al instante; en el acto; acto seguido; sin demora-
inmediato bijvoeglijk naamwoord
-
inmediatamente bijvoeglijk naamwoord
-
enseguida bijvoeglijk naamwoord
-
en seguida bijvoeglijk naamwoord
-
instantáneamente bijvoeglijk naamwoord
-
sin tardar bijvoeglijk naamwoord
-
sin más tardar bijvoeglijk naamwoord
-
puntual bijvoeglijk naamwoord
-
directo bijvoeglijk naamwoord
-
rápidamente bijvoeglijk naamwoord
-
instantáneo bijvoeglijk naamwoord
-
repentinamente bijvoeglijk naamwoord
-
de inmediato bijvoeglijk naamwoord
-
al instante bijvoeglijk naamwoord
-
en el acto bijvoeglijk naamwoord
-
acto seguido bijvoeglijk naamwoord
-
sin demora bijvoeglijk naamwoord
-
-
instantáneamente
directo; enseguida; inmediatamente; en el acto; pronto; inmediato; rápidamente; en seguida; en breve; instantáneamente; de inmediato-
directo bijvoeglijk naamwoord
-
enseguida bijvoeglijk naamwoord
-
inmediatamente bijvoeglijk naamwoord
-
en el acto bijvoeglijk naamwoord
-
pronto bijvoeglijk naamwoord
-
inmediato bijvoeglijk naamwoord
-
rápidamente bijvoeglijk naamwoord
-
en seguida bijvoeglijk naamwoord
-
en breve bijvoeglijk naamwoord
-
instantáneamente bijvoeglijk naamwoord
-
de inmediato bijvoeglijk naamwoord
-
-
instantáneamente
inmediato; inmediatamente; en seguida; enseguida; instantáneo; instantáneamente; de inmediato; al instante; sin tardar; sin demora; sin más tardar-
inmediato bijvoeglijk naamwoord
-
inmediatamente bijvoeglijk naamwoord
-
en seguida bijvoeglijk naamwoord
-
enseguida bijvoeglijk naamwoord
-
instantáneo bijvoeglijk naamwoord
-
instantáneamente bijvoeglijk naamwoord
-
de inmediato bijvoeglijk naamwoord
-
al instante bijvoeglijk naamwoord
-
sin tardar bijvoeglijk naamwoord
-
sin demora bijvoeglijk naamwoord
-
sin más tardar bijvoeglijk naamwoord
-
-
instantáneamente
inmediato; en seguida; instantáneo; instantáneamente; de inmediato; al instante; en el acto-
inmediato bijvoeglijk naamwoord
-
en seguida bijvoeglijk naamwoord
-
instantáneo bijvoeglijk naamwoord
-
instantáneamente bijvoeglijk naamwoord
-
de inmediato bijvoeglijk naamwoord
-
al instante bijvoeglijk naamwoord
-
en el acto bijvoeglijk naamwoord
-