Spaans

Uitgebreide synoniemen voor ingresos in het Spaans

ingresos:

ingresos [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el ingresos
    el ingresos; la ganancias; el sueldo; la renta; el salario; el honorarios; la paga; el méritos; la mensualidad; la entradas
  2. el ingresos
    el ingresos; la ganancias
  3. el ingresos
    la entrada; el ingresos
    • entrada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ingresos [el ~] zelfstandig naamwoord
  4. el ingresos
    el salario; el sueldo; el gajes; el ingresos; la renta; la entradas; el honorarios
    • salario [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sueldo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • gajes [el ~] zelfstandig naamwoord
    • ingresos [el ~] zelfstandig naamwoord
    • renta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • entradas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • honorarios [el ~] zelfstandig naamwoord
  5. el ingresos
    el salario; el honorario; el sueldo; el gajes; la compensación; la mensualidad; el ingresos
  6. el ingresos
    el ingresos; el comienzos; la tomas de posesión
  7. el ingresos
    el ingreso; el ingresos
    • ingreso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • ingresos [el ~] zelfstandig naamwoord
  8. el ingresos
    el ingresos

Alternatieve synoniemen voor "ingresos":


Verwante synoniemen voor ingresos