Spaanse synoniemen van inclinación, ander woord voor inclinación

Remove Ads

Overzicht

Spaans Synoniemen: Meer gegevens...

inclinación:
- afecto; inclinación; simpatía; tendencia; pendiente; talud; cuesta; grada; rampa; terraplén; vertiente; declive; arcén; baja; trampa; fracaso; caída; crisis; ruina; hundimiento; derrumbe; bache; colapso; bajón; desplome; recesión; derrumbamiento; recaída; crac; desmoronamiento; aplanamiento; driza; recodo; difracción; codo; curva; revuelta; rotación; reverencia; codillo; curvatura; modulación; sinuosidad; orientación; propósito; intención; intencionalidad; escarpa; escarpadura; religión; crédito; convicción religiosa; culto; creencias; doctrina; creencia; convicciones; convicción; juicio; convencimiento; actitud; parecer; disposición; idea; concepto; postura; opinión; credo; noción; filiación; punto de vista; persuasión; simpatías; toma de posición; rasgo; naturaleza; propensión; proclividad; desviación

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor inclinación in het Spaans

inclinación:

inclinación [la ~] zelfstandig naamwoord

la inclinación
el afecto; la inclinación; la simpatía
- afecto [el ~] zelfstandig naamwoord
- inclinación [la ~] zelfstandig naamwoord
- simpatía [la ~] zelfstandig naamwoord
la inclinación
la tendencia; la inclinación
- tendencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- inclinación [la ~] zelfstandig naamwoord
la inclinación
la pendiente; el talud; la cuesta; la inclinación; la grada; la rampa; el terraplén; el vertiente; el declive; el arcén
- pendiente [la ~] zelfstandig naamwoord
- talud [el ~] zelfstandig naamwoord
- cuesta [la ~] zelfstandig naamwoord
- inclinación [la ~] zelfstandig naamwoord
- grada [la ~] zelfstandig naamwoord
- rampa [la ~] zelfstandig naamwoord
- terraplén [el ~] zelfstandig naamwoord
- vertiente [el ~] zelfstandig naamwoord
- declive [el ~] zelfstandig naamwoord
- arcén [el ~] zelfstandig naamwoord
la inclinación
la inclinación
- inclinación [la ~] zelfstandig naamwoord
la inclinación
la baja; la trampa; la inclinación; el fracaso; la caída; la crisis; la ruina; el hundimiento; el derrumbe; el bache; el colapso; el bajón; el desplome; la recesión; el derrumbamiento; la recaída; el crac; el desmoronamiento; el aplanamiento; la driza
- baja [la ~] zelfstandig naamwoord
- trampa [la ~] zelfstandig naamwoord
- inclinación [la ~] zelfstandig naamwoord
- fracaso [el ~] zelfstandig naamwoord
- caída [la ~] zelfstandig naamwoord
- crisis [la ~] zelfstandig naamwoord
- ruina [la ~] zelfstandig naamwoord
- hundimiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- derrumbe [el ~] zelfstandig naamwoord
- bache [el ~] zelfstandig naamwoord
- colapso [el ~] zelfstandig naamwoord
- bajón [el ~] zelfstandig naamwoord
- desplome [el ~] zelfstandig naamwoord
- recesión [la ~] zelfstandig naamwoord
- derrumbamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- recaída [la ~] zelfstandig naamwoord
- crac [el ~] zelfstandig naamwoord
- desmoronamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- aplanamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- driza [la ~] zelfstandig naamwoord
la inclinación
el recodo; la inclinación; la difracción; el codo; la curva; la revuelta; la rotación; la reverencia; el codillo; la curvatura; la modulación; la sinuosidad
- recodo [el ~] zelfstandig naamwoord
- inclinación [la ~] zelfstandig naamwoord
- difracción [la ~] zelfstandig naamwoord
- codo [el ~] zelfstandig naamwoord
- curva [la ~] zelfstandig naamwoord
- revuelta [la ~] zelfstandig naamwoord
- rotación [la ~] zelfstandig naamwoord
- reverencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- codillo [el ~] zelfstandig naamwoord
- curvatura [la ~] zelfstandig naamwoord
- modulación [la ~] zelfstandig naamwoord
- sinuosidad [la ~] zelfstandig naamwoord
la inclinación
la orientación; el propósito; la inclinación; la intención; la intencionalidad; la tendencia
- orientación [la ~] zelfstandig naamwoord
- propósito [el ~] zelfstandig naamwoord
- inclinación [la ~] zelfstandig naamwoord
- intención [la ~] zelfstandig naamwoord
- intencionalidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- tendencia [la ~] zelfstandig naamwoord
la inclinación
la inclinación; la pendiente; el declive; la escarpa; la escarpadura
- inclinación [la ~] zelfstandig naamwoord
- pendiente [la ~] zelfstandig naamwoord
- declive [el ~] zelfstandig naamwoord
- escarpa [la ~] zelfstandig naamwoord
- escarpadura [la ~] zelfstandig naamwoord
la inclinación
la rotación; la revuelta; la curva; el recodo; la inclinación; la reverencia; la curvatura; la sinuosidad
- rotación [la ~] zelfstandig naamwoord
- revuelta [la ~] zelfstandig naamwoord
- curva [la ~] zelfstandig naamwoord
- recodo [el ~] zelfstandig naamwoord
- inclinación [la ~] zelfstandig naamwoord
- reverencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- curvatura [la ~] zelfstandig naamwoord
- sinuosidad [la ~] zelfstandig naamwoord
la inclinación
la religión; el crédito; la convicción religiosa; el culto; la creencias; la doctrina; la creencia; la inclinación; la convicciones
- religión [la ~] zelfstandig naamwoord
- crédito [el ~] zelfstandig naamwoord
- convicción religiosa [la ~] zelfstandig naamwoord
- culto [el ~] zelfstandig naamwoord
- creencias [la ~] zelfstandig naamwoord
- doctrina [la ~] zelfstandig naamwoord
- creencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- inclinación [la ~] zelfstandig naamwoord
- convicciones [la ~] zelfstandig naamwoord
la inclinación
la convicción; el juicio; el convencimiento; la actitud; el parecer; la disposición; la idea; la tendencia; el concepto; la postura; la opinión; el credo; la inclinación; la noción; la filiación; el punto de vista; la persuasión; la simpatías; la toma de posición
- convicción [la ~] zelfstandig naamwoord
- juicio [el ~] zelfstandig naamwoord
- convencimiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- actitud [la ~] zelfstandig naamwoord
- parecer [el ~] zelfstandig naamwoord
- disposición [la ~] zelfstandig naamwoord
- idea [la ~] zelfstandig naamwoord
- tendencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- concepto [el ~] zelfstandig naamwoord
- postura [la ~] zelfstandig naamwoord
- opinión [la ~] zelfstandig naamwoord
- credo [el ~] zelfstandig naamwoord
- inclinación [la ~] zelfstandig naamwoord
- noción [la ~] zelfstandig naamwoord
- filiación [la ~] zelfstandig naamwoord
- punto de vista [el ~] zelfstandig naamwoord
- persuasión [la ~] zelfstandig naamwoord
- simpatías [la ~] zelfstandig naamwoord
- toma de posición [la ~] zelfstandig naamwoord
la inclinación
la disposición; el rasgo; la naturaleza; la tendencia; la inclinación; la propensión; la proclividad
- disposición [la ~] zelfstandig naamwoord
- rasgo [el ~] zelfstandig naamwoord
- naturaleza [la ~] zelfstandig naamwoord
- tendencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- inclinación [la ~] zelfstandig naamwoord
- propensión [la ~] zelfstandig naamwoord
- proclividad [la ~] zelfstandig naamwoord
la inclinación
la desviación; la inclinación
- desviación [la ~] zelfstandig naamwoord
- inclinación [la ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "inclinación":

afición; tendencia; propensión; querencia; afinidad; gusto; apego; simpatía; amor; afecto; cariño; devoción; empeño; interés
bienquerencia; aprecio
cabezada; reverencia; saludo
capricho; antojo
ladeo; sesgo
ladera; talud; declive; pendiente; ribazo; cuesta; falda; vertiente; bajada; rampa; desnivel; escarpe
vocación; disposición

Verwante synoniemen voor inclinación

Remove Ads

Synoniemen voor "inclinación" in het Spaans

Uitgebreide synoniemen voor inclinación in het Spaans

inclinación:

inclinación [la ~] zelfstandig naamwoord

la inclinación

la inclinación

la inclinación

la inclinación

la inclinación

la inclinación

la inclinación

la inclinación

la inclinación

la inclinación

la inclinación

la inclinación

la inclinación

Alternatieve synoniemen voor "inclinación":

Verwante synoniemen voor inclinación