Overzicht
Spaans Synoniemen: Meer gegevens...
-
directo:
- inmediatamente; enseguida; directo; en seguida; instantáneamente; de inmediato; al mismo tiempo; al instante; en el acto; calmo; de negocios; sobrio; conciso; práctico; comercial; juiciosa; ayuno; en ayunas; objetivo; sereno; material; realista; indiferente; concreto; perpendicular; recto; pronto; inmediato; rápidamente; en breve; fiel; honesto; puro; ingenuo; auténtico; justo; verdadero; sincero; real; realmente; honrado; veraz; franco; fiable; leal; de verdad; obediente; genuino; íntegro; francamente; de veras; rotundamente; abiertamente; sin sal; lealmente; no salado; con sinceridad; sin rebozo; instantáneo; sin tardar; sin más tardar; sin demora; evidente; claro; manifiesto; inequívoco; derecho; puntual; repentinamente; acto seguido
Spaans
Uitgebreide synoniemen voor directo in het Spaans
directo:
-
directo
inmediatamente; enseguida; directo; en seguida; instantáneamente; de inmediato; al mismo tiempo; al instante; en el acto-
inmediatamente bijvoeglijk naamwoord
-
enseguida bijvoeglijk naamwoord
-
directo bijvoeglijk naamwoord
-
en seguida bijvoeglijk naamwoord
-
instantáneamente bijvoeglijk naamwoord
-
de inmediato bijvoeglijk naamwoord
-
al mismo tiempo bijvoeglijk naamwoord
-
al instante bijvoeglijk naamwoord
-
en el acto bijvoeglijk naamwoord
-
-
directo
calmo; de negocios; sobrio; directo; conciso; práctico; comercial; juiciosa; ayuno; en ayunas; objetivo; sereno; material; realista; indiferente; concreto-
calmo bijvoeglijk naamwoord
-
de negocios bijvoeglijk naamwoord
-
sobrio bijvoeglijk naamwoord
-
directo bijvoeglijk naamwoord
-
conciso bijvoeglijk naamwoord
-
práctico bijvoeglijk naamwoord
-
comercial bijvoeglijk naamwoord
-
juiciosa bijvoeglijk naamwoord
-
ayuno bijvoeglijk naamwoord
-
en ayunas bijvoeglijk naamwoord
-
objetivo bijvoeglijk naamwoord
-
sereno bijvoeglijk naamwoord
-
material bijvoeglijk naamwoord
-
realista bijvoeglijk naamwoord
-
indiferente bijvoeglijk naamwoord
-
concreto bijvoeglijk naamwoord
-
-
directo
directo; perpendicular; recto-
directo bijvoeglijk naamwoord
-
perpendicular bijvoeglijk naamwoord
-
recto bijvoeglijk naamwoord
-
-
directo
directo; enseguida; inmediatamente; en el acto; pronto; inmediato; rápidamente; en seguida; en breve; instantáneamente; de inmediato-
directo bijvoeglijk naamwoord
-
enseguida bijvoeglijk naamwoord
-
inmediatamente bijvoeglijk naamwoord
-
en el acto bijvoeglijk naamwoord
-
pronto bijvoeglijk naamwoord
-
inmediato bijvoeglijk naamwoord
-
rápidamente bijvoeglijk naamwoord
-
en seguida bijvoeglijk naamwoord
-
en breve bijvoeglijk naamwoord
-
instantáneamente bijvoeglijk naamwoord
-
de inmediato bijvoeglijk naamwoord
-
-
directo
fiel; honesto; puro; directo; ingenuo; auténtico; justo; verdadero; sincero; real; realmente; recto; honrado; veraz; franco; fiable; leal; de verdad; obediente; genuino; íntegro; francamente; de veras; rotundamente; abiertamente; sin sal; lealmente; no salado; con sinceridad; sin rebozo-
fiel bijvoeglijk naamwoord
-
honesto bijvoeglijk naamwoord
-
puro bijvoeglijk naamwoord
-
directo bijvoeglijk naamwoord
-
ingenuo bijvoeglijk naamwoord
-
auténtico bijvoeglijk naamwoord
-
justo bijvoeglijk naamwoord
-
verdadero bijvoeglijk naamwoord
-
sincero bijvoeglijk naamwoord
-
real bijvoeglijk naamwoord
-
realmente bijvoeglijk naamwoord
-
recto bijvoeglijk naamwoord
-
honrado bijvoeglijk naamwoord
-
veraz bijvoeglijk naamwoord
-
franco bijvoeglijk naamwoord
-
fiable bijvoeglijk naamwoord
-
leal bijvoeglijk naamwoord
-
de verdad bijvoeglijk naamwoord
-
obediente bijvoeglijk naamwoord
-
genuino bijvoeglijk naamwoord
-
íntegro bijvoeglijk naamwoord
-
francamente bijvoeglijk naamwoord
-
de veras bijvoeglijk naamwoord
-
rotundamente bijvoeglijk naamwoord
-
abiertamente bijvoeglijk naamwoord
-
sin sal bijvoeglijk naamwoord
-
lealmente bijvoeglijk naamwoord
-
no salado bijvoeglijk naamwoord
-
con sinceridad bijvoeglijk naamwoord
-
sin rebozo bijvoeglijk naamwoord
-
-
directo
inmediato; enseguida; inmediatamente; al instante; instantáneo; instantáneamente; sin tardar; sin más tardar; directo; en seguida; de inmediato; en el acto; sin demora-
inmediato bijvoeglijk naamwoord
-
enseguida bijvoeglijk naamwoord
-
inmediatamente bijvoeglijk naamwoord
-
al instante bijvoeglijk naamwoord
-
instantáneo bijvoeglijk naamwoord
-
instantáneamente bijvoeglijk naamwoord
-
sin tardar bijvoeglijk naamwoord
-
sin más tardar bijvoeglijk naamwoord
-
directo bijvoeglijk naamwoord
-
en seguida bijvoeglijk naamwoord
-
de inmediato bijvoeglijk naamwoord
-
en el acto bijvoeglijk naamwoord
-
sin demora bijvoeglijk naamwoord
-
-
directo
evidente; claro; recto; manifiesto; inequívoco; derecho; directo-
evidente bijvoeglijk naamwoord
-
claro bijvoeglijk naamwoord
-
recto bijvoeglijk naamwoord
-
manifiesto bijvoeglijk naamwoord
-
inequívoco bijvoeglijk naamwoord
-
derecho bijvoeglijk naamwoord
-
directo bijvoeglijk naamwoord
-
-
directo
inmediato; inmediatamente; enseguida; en seguida; instantáneamente; sin tardar; sin más tardar; puntual; directo; rápidamente; instantáneo; repentinamente; de inmediato; al instante; en el acto; acto seguido; sin demora-
inmediato bijvoeglijk naamwoord
-
inmediatamente bijvoeglijk naamwoord
-
enseguida bijvoeglijk naamwoord
-
en seguida bijvoeglijk naamwoord
-
instantáneamente bijvoeglijk naamwoord
-
sin tardar bijvoeglijk naamwoord
-
sin más tardar bijvoeglijk naamwoord
-
puntual bijvoeglijk naamwoord
-
directo bijvoeglijk naamwoord
-
rápidamente bijvoeglijk naamwoord
-
instantáneo bijvoeglijk naamwoord
-
repentinamente bijvoeglijk naamwoord
-
de inmediato bijvoeglijk naamwoord
-
al instante bijvoeglijk naamwoord
-
en el acto bijvoeglijk naamwoord
-
acto seguido bijvoeglijk naamwoord
-
sin demora bijvoeglijk naamwoord
-