Spaans

Uitgebreide synoniemen voor destrozos in het Spaans

destrozos:

destrozos [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el destrozos
    el laberinto; el pandemónium; el desorden; el destrozos; el rollo; el estragos; la maraña; el escombros; la madeja; el ovillo; el disturbios; la ruina; la ruinas; el dédalo; el enredo; la perturbación; el tumulto; la escombrera
  2. el destrozos
    la ruinas; el destrozos
    • ruinas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • destrozos [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. el destrozos
    el caos; la confusión; el desorden; el estragos; la maraña; el escombros; el enredo; el laberinto; la madeja; el ovillo; la escombrera; el destrozos; la mezcolanza; el popurrí; el potpurrí

Verwante woorden van "destrozos":


destrozo:

destrozo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el destrozo
    la destrucción; el destrozo; la devastación

Verwante woorden van "destrozo":


Alternatieve synoniemen voor "destrozo":