Spaans

Uitgebreide synoniemen voor compuesto in het Spaans

compuesto:

compuesto bijvoeglijk naamwoord

  1. compuesto
    compuesto
  2. compuesto
    complicado; complejo; desordenado; compuesto; enredado; intrincado

compuesto [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el compuesto
    la relación; la conexión; el enlace; el nexo; la línea; la afinidad; el parentesco; la coherencia; el compuesto; la comunicación; la combinación; la similitud; la unión
  2. el compuesto
    la juntura; el empalme; el ensamblaje; el enlace; el compuesto; la comunicación; la combinación

Verwante woorden van "compuesto":


Alternatieve synoniemen voor "compuesto":


Verwante synoniemen voor compuesto