Spaans

Uitgebreide synoniemen voor cantidad in het Spaans

cantidad:

cantidad [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la cantidad
    la cantidad; el número; el monte; la cifra; la dosis
    • cantidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • número [el ~] zelfstandig naamwoord
    • monte [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cifra [la ~] zelfstandig naamwoord
    • dosis [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. la cantidad
    la suma; el importe; la cantidad
    • suma [la ~] zelfstandig naamwoord
    • importe [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cantidad [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. la cantidad
    la cuchilla; el aluvión; la cuadrilla; la cantidad; el grupo; la masa; la multitud; la copia; la horda; la banda
    • cuchilla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • aluvión [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cuadrilla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cantidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • grupo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • masa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • multitud [la ~] zelfstandig naamwoord
    • copia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • horda [la ~] zelfstandig naamwoord
    • banda [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. la cantidad
    la medida; la cantidad
    • medida [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cantidad [la ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "cantidad":


Alternatieve synoniemen voor "cantidad":


Verwante synoniemen voor cantidad