Home ->Woordenboeken ->Spaans/Spaans ->Vertaal caja

Synoniemen voor "caja" in het Spaans

Overzicht

Spaans Synoniemen: Meer gegevens...

caja:
- caja; paquete; chirona; lavabo; cajón; envase; estuche; embalaje; casquillo; cápsula; envoltorio; box; cuarto trastero; lugar para guardar cosas; tambor; bote; hueco; foso; tronco; tribu; cajetín; arca; caja de muerto; batea; caja registradora

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor caja in het Spaans

caja:

caja [la ~] zelfstandig naamwoord

la caja
la caja; el paquete; la chirona; el lavabo
- caja [la ~] zelfstandig naamwoord
- paquete [el ~] zelfstandig naamwoord
- chirona [la ~] zelfstandig naamwoord
- lavabo [el ~] zelfstandig naamwoord
la caja
la caja
- caja [la ~] zelfstandig naamwoord
la caja
el cajón; la caja
- cajón [el ~] zelfstandig naamwoord
- caja [la ~] zelfstandig naamwoord
la caja
la caja; el paquete; el envase; el estuche; el embalaje; el casquillo; la cápsula; el envoltorio
- caja [la ~] zelfstandig naamwoord
- paquete [el ~] zelfstandig naamwoord
- envase [el ~] zelfstandig naamwoord
- estuche [el ~] zelfstandig naamwoord
- embalaje [el ~] zelfstandig naamwoord
- casquillo [el ~] zelfstandig naamwoord
- cápsula [la ~] zelfstandig naamwoord
- envoltorio [el ~] zelfstandig naamwoord
la caja
el embalaje; la caja; el casquillo; el paquete; el envoltorio; la chirona; la cápsula
- embalaje [el ~] zelfstandig naamwoord
- caja [la ~] zelfstandig naamwoord
- casquillo [el ~] zelfstandig naamwoord
- paquete [el ~] zelfstandig naamwoord
- envoltorio [el ~] zelfstandig naamwoord
- chirona [la ~] zelfstandig naamwoord
- cápsula [la ~] zelfstandig naamwoord
la caja
el box; el cuarto trastero; el lugar para guardar cosas; la caja
- box [el ~] zelfstandig naamwoord
- cuarto trastero [el ~] zelfstandig naamwoord
- lugar para guardar cosas [el ~] zelfstandig naamwoord
- caja [la ~] zelfstandig naamwoord
la caja
el tambor; la caja; el bote
- tambor [el ~] zelfstandig naamwoord
- caja [la ~] zelfstandig naamwoord
- bote [el ~] zelfstandig naamwoord
la caja
la caja; el hueco; el foso; el tronco; la tribu
- caja [la ~] zelfstandig naamwoord
- hueco [el ~] zelfstandig naamwoord
- foso [el ~] zelfstandig naamwoord
- tronco [el ~] zelfstandig naamwoord
- tribu [la ~] zelfstandig naamwoord
la caja
el cajetín; el arca; la caja de muerto; la caja; la batea
- cajetín [el ~] zelfstandig naamwoord
- arca [el ~] zelfstandig naamwoord
- caja de muerto [la ~] zelfstandig naamwoord
- caja [la ~] zelfstandig naamwoord
- batea [la ~] zelfstandig naamwoord
la caja
la caja registradora; la caja
- caja registradora [la ~] zelfstandig naamwoord
- caja [la ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "caja":

cajas

Alternatieve synoniemen voor "caja":

arqueta; cofre; arca; joyero
ataúd; féretro
bombo; tambor; timbal; atabal; tamboril
bujeta; cofrecito; estuche; cajita
buzón; receptáculo; casillero; casilla; compartimiento; abertura; ranura; orificio; hendidura
fardo; bulto; lío; paquete; paca; bala; saco; talego; bolsa; envoltorio; proyectil; maleta; bolso; valija
jaula; pajarera; canariera; armazón; embalaje
cofrecillo; guardajoyas
neceser; maletín; bolsa de aseo
urna; cobre; fanal; sarcófago

Verwante synoniemen voor caja