Overzicht
Spaans Synoniemen: Meer gegevens...
-
cabezudo:
- cabezón; terco; obstinado; testarudo; cabezudo; pertinaz; rebelde; inquebrantable; adusto; inmanejable; reacio a; áspero; tenaz; tozudo; empeñado; refractario; desabrido; empecinado; recalcitrante; tesonero; contumaz; intratable; ingobernable; indócil; impenetrable; pedante; hosco; duro; cerrado; firme; tieso; fijo; austero; recio; intransigente; taciturno; arisco; tedioso; hermético; porfiado; hirsuto; inflexible; rígido; implacable; inexorable; irreconciliable
- testarudo; cabezón; cabezudo; renacuajo
Spaans
Uitgebreide synoniemen voor cabezudo in het Spaans
cabezudo:
-
cabezudo
-
cabezudo
adusto; inmanejable; obstinado; testarudo; reacio a; áspero; rebelde; tenaz; tozudo; empeñado; cabezudo; refractario; desabrido; pertinaz; empecinado; recalcitrante; tesonero; contumaz; intratable; ingobernable; indócil-
adusto bijvoeglijk naamwoord
-
inmanejable bijvoeglijk naamwoord
-
obstinado bijvoeglijk naamwoord
-
testarudo bijvoeglijk naamwoord
-
reacio a bijvoeglijk naamwoord
-
áspero bijvoeglijk naamwoord
-
rebelde bijvoeglijk naamwoord
-
tenaz bijvoeglijk naamwoord
-
tozudo bijvoeglijk naamwoord
-
empeñado bijvoeglijk naamwoord
-
cabezudo bijvoeglijk naamwoord
-
refractario bijvoeglijk naamwoord
-
desabrido bijvoeglijk naamwoord
-
pertinaz bijvoeglijk naamwoord
-
empecinado bijvoeglijk naamwoord
-
recalcitrante bijvoeglijk naamwoord
-
tesonero bijvoeglijk naamwoord
-
contumaz bijvoeglijk naamwoord
-
intratable bijvoeglijk naamwoord
-
ingobernable bijvoeglijk naamwoord
-
indócil bijvoeglijk naamwoord
-
-
cabezudo
adusto; impenetrable; pedante; hosco; tenaz; duro; cerrado; firme; tieso; tozudo; obstinado; fijo; testarudo; austero; terco; recio; intransigente; taciturno; empeñado; arisco; tedioso; cabezudo; refractario; hermético; porfiado; pertinaz; hirsuto; empecinado; tesonero; inflexible; contumaz; reacio a-
adusto bijvoeglijk naamwoord
-
impenetrable bijvoeglijk naamwoord
-
pedante bijvoeglijk naamwoord
-
hosco bijvoeglijk naamwoord
-
tenaz bijvoeglijk naamwoord
-
duro bijvoeglijk naamwoord
-
cerrado bijvoeglijk naamwoord
-
firme bijvoeglijk naamwoord
-
tieso bijvoeglijk naamwoord
-
tozudo bijvoeglijk naamwoord
-
obstinado bijvoeglijk naamwoord
-
fijo bijvoeglijk naamwoord
-
testarudo bijvoeglijk naamwoord
-
austero bijvoeglijk naamwoord
-
terco bijvoeglijk naamwoord
-
recio bijvoeglijk naamwoord
-
intransigente bijvoeglijk naamwoord
-
taciturno bijvoeglijk naamwoord
-
empeñado bijvoeglijk naamwoord
-
arisco bijvoeglijk naamwoord
-
tedioso bijvoeglijk naamwoord
-
cabezudo bijvoeglijk naamwoord
-
refractario bijvoeglijk naamwoord
-
hermético bijvoeglijk naamwoord
-
porfiado bijvoeglijk naamwoord
-
pertinaz bijvoeglijk naamwoord
-
hirsuto bijvoeglijk naamwoord
-
empecinado bijvoeglijk naamwoord
-
tesonero bijvoeglijk naamwoord
-
inflexible bijvoeglijk naamwoord
-
contumaz bijvoeglijk naamwoord
-
reacio a bijvoeglijk naamwoord
-
-
cabezudo
obstinado; pertinaz; rebelde; rígido; testarudo; terco; implacable; tozudo; empeñado; cabezudo; inexorable; porfiado; irreconciliable; empecinado; tesonero; inflexible; contumaz-
obstinado bijvoeglijk naamwoord
-
pertinaz bijvoeglijk naamwoord
-
rebelde bijvoeglijk naamwoord
-
rígido bijvoeglijk naamwoord
-
testarudo bijvoeglijk naamwoord
-
terco bijvoeglijk naamwoord
-
implacable bijvoeglijk naamwoord
-
tozudo bijvoeglijk naamwoord
-
empeñado bijvoeglijk naamwoord
-
cabezudo bijvoeglijk naamwoord
-
inexorable bijvoeglijk naamwoord
-
porfiado bijvoeglijk naamwoord
-
irreconciliable bijvoeglijk naamwoord
-
empecinado bijvoeglijk naamwoord
-
tesonero bijvoeglijk naamwoord
-
inflexible bijvoeglijk naamwoord
-
contumaz bijvoeglijk naamwoord
-
-
el cabezudo