Spaans

Uitgebreide synoniemen voor botones in het Spaans

botones:

botones [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el botones
    el botones; el capullo; el botón; la asilla
    • botones [el ~] zelfstandig naamwoord
    • capullo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • botón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • asilla [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. el botones
    el botones; el botoncitos
  3. el botones
    el botones
    • botones [el ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "botones":


Alternatieve synoniemen voor "botones":


botón:

botón [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el botón
    el botón; el clec
    • botón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • clec [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. el botón
    el botón; el clec; el broche
    • botón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • clec [el ~] zelfstandig naamwoord
    • broche [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. el botón
    el botón; el pulsador
    • botón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pulsador [el ~] zelfstandig naamwoord
  4. el botón
    el botones; el capullo; el botón; la asilla
    • botones [el ~] zelfstandig naamwoord
    • capullo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • botón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • asilla [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. el botón
    el botoncito; el botón; la llave; el interruptor
  6. el botón
    la manija; la empuñadura; la palanca; el agarro; la artimaña; el tirador; la oreja; el acorde; el artificio; la agarradero; el botón; la empuñadora; la mercancías; el taburete; la manivela
  7. el botón
    la llave; el botón; el interruptor
    • llave [la ~] zelfstandig naamwoord
    • botón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • interruptor [el ~] zelfstandig naamwoord
  8. el botón
    el botón; botón del mouse

botón

  1. botón

Verwante woorden van "botón":


Alternatieve synoniemen voor "botón":


Verwante synoniemen voor botones