Spaans
Uitgebreide synoniemen voor autosuficiente in het Spaans
autosuficiente:
-
autosuficiente
presumido; arrogante; vanidoso; vano; pedante; insolente; autocomplaciente; pagado de sí mismo; autosuficiente; presuntuoso; pretencioso-
presumido bijvoeglijk naamwoord
-
arrogante bijvoeglijk naamwoord
-
vanidoso bijvoeglijk naamwoord
-
vano bijvoeglijk naamwoord
-
pedante bijvoeglijk naamwoord
-
insolente bijvoeglijk naamwoord
-
autocomplaciente bijvoeglijk naamwoord
-
pagado de sí mismo bijvoeglijk naamwoord
-
autosuficiente bijvoeglijk naamwoord
-
presuntuoso bijvoeglijk naamwoord
-
pretencioso bijvoeglijk naamwoord
-
-
autosuficiente
gallardo; arrogante; autocomplaciente; vanidoso; altivo; insolente; pagado de sí mismo; vano; presuntuoso; altanero; desdeñoso; pedante; presumido; engreído; soberbio; estirado; autosuficiente; pretencioso; endiosado-
gallardo bijvoeglijk naamwoord
-
arrogante bijvoeglijk naamwoord
-
autocomplaciente bijvoeglijk naamwoord
-
vanidoso bijvoeglijk naamwoord
-
altivo bijvoeglijk naamwoord
-
insolente bijvoeglijk naamwoord
-
pagado de sí mismo bijvoeglijk naamwoord
-
vano bijvoeglijk naamwoord
-
presuntuoso bijvoeglijk naamwoord
-
altanero bijvoeglijk naamwoord
-
desdeñoso bijvoeglijk naamwoord
-
pedante bijvoeglijk naamwoord
-
presumido bijvoeglijk naamwoord
-
engreído bijvoeglijk naamwoord
-
soberbio bijvoeglijk naamwoord
-
estirado bijvoeglijk naamwoord
-
autosuficiente bijvoeglijk naamwoord
-
pretencioso bijvoeglijk naamwoord
-
endiosado bijvoeglijk naamwoord
-
-
autosuficiente
presuntuoso; autocomplaciente; pedante; presumido; vanidoso; creído; ficticio; autosuficiente; hipotético; altanero; imperioso-
presuntuoso bijvoeglijk naamwoord
-
autocomplaciente bijvoeglijk naamwoord
-
pedante bijvoeglijk naamwoord
-
presumido bijvoeglijk naamwoord
-
vanidoso bijvoeglijk naamwoord
-
creído bijvoeglijk naamwoord
-
ficticio bijvoeglijk naamwoord
-
autosuficiente bijvoeglijk naamwoord
-
hipotético bijvoeglijk naamwoord
-
altanero bijvoeglijk naamwoord
-
imperioso bijvoeglijk naamwoord
-