Spaans

Uitgebreide synoniemen voor artes in het Spaans

artes:

artes [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la artes
    el arte; la artes; la comodidad; la agilidad; la manija; la presteza; el truco; la ciencia; la aptitud; la pericia
    • arte [el ~] zelfstandig naamwoord
    • artes [la ~] zelfstandig naamwoord
    • comodidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • agilidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • manija [la ~] zelfstandig naamwoord
    • presteza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • truco [el ~] zelfstandig naamwoord
    • ciencia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • aptitud [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pericia [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. la artes
    la artes
    • artes [la ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "artes":


artes vorm van arte:

arte [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el arte
    el arte; la artes; la comodidad; la agilidad; la manija; la presteza; el truco; la ciencia; la aptitud; la pericia
    • arte [el ~] zelfstandig naamwoord
    • artes [la ~] zelfstandig naamwoord
    • comodidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • agilidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • manija [la ~] zelfstandig naamwoord
    • presteza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • truco [el ~] zelfstandig naamwoord
    • ciencia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • aptitud [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pericia [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. el arte
    la habilidad; la destreza; el conocimientos; el saber; el arte; la pericia; la experiencia; el talento
  3. el arte
    la excursión; la escapada; el viaje; la etapa; el trayecto; el arte
    • excursión [la ~] zelfstandig naamwoord
    • escapada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • viaje [el ~] zelfstandig naamwoord
    • etapa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • trayecto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • arte [el ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "arte":


Alternatieve synoniemen voor "arte":


Verwante synoniemen voor artes