Spaans

Uitgebreide synoniemen voor amiguito in het Spaans

amiguito:

amiguito [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el amiguito
    el amigo; el compadre; el compañero; el camarada; el amiguito; la compañera; el socio; la amiga
    • amigo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • compadre [el ~] zelfstandig naamwoord
    • compañero [el ~] zelfstandig naamwoord
    • camarada [el ~] zelfstandig naamwoord
    • amiguito [el ~] zelfstandig naamwoord
    • compañera [la ~] zelfstandig naamwoord
    • socio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • amiga [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. el amiguito
    el amigo; el querido; el compañero; el amiguito; el compinche; el amor; el camarada; el novio; el amante; el colega; el amado
    • amigo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • querido [el ~] zelfstandig naamwoord
    • compañero [el ~] zelfstandig naamwoord
    • amiguito [el ~] zelfstandig naamwoord
    • compinche [el ~] zelfstandig naamwoord
    • amor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • camarada [el ~] zelfstandig naamwoord
    • novio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • amante [el ~] zelfstandig naamwoord
    • colega [el ~] zelfstandig naamwoord
    • amado [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. el amiguito
    el amiguito; el compañero; el amigo
  4. el amiguito
    el arenque joven salado; el amiguito; el compañero
  5. el amiguito
    la compañera; el amante; el compadre; el amigo; el compañero; la amiga; el amiguito; el colega; el camarada
    • compañera [la ~] zelfstandig naamwoord
    • amante [el ~] zelfstandig naamwoord
    • compadre [el ~] zelfstandig naamwoord
    • amigo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • compañero [el ~] zelfstandig naamwoord
    • amiga [la ~] zelfstandig naamwoord
    • amiguito [el ~] zelfstandig naamwoord
    • colega [el ~] zelfstandig naamwoord
    • camarada [el ~] zelfstandig naamwoord