Overzicht
Spaans Synoniemen: Meer gegevens...
-
afligido:
- que lastíma; desagradable; desolado; triste; apenado; sombrío; lleno de dolor; afligido; tétrico; preocupado; trágico; entristecido; doloroso; dolorido; quejoso; plañidero; penoso; miserable; quejumbroso; lamentable; desgraciado; deplorable; lastimoso; mísero; desconsolado; abatido; melancólico; disgustado; deprimido; desalentado; desanimado; pesimista; malo; deprimente; mareado; abominable; horrible; repugnante; indeseable; disgustoso; desolador; lóbrego; calamitoso; infame; tremendo; extremo; indigno; terrible; horroroso; bárbaro; indignante; alarmante; terrorífico; terriblemente; atribulado; pobre; de pena; funesto; tremendamente; aciago; desastroso; anonadado; decaído
Spaans
Uitgebreide synoniemen voor afligido in het Spaans
afligido:
-
afligido
que lastíma; desagradable; desolado; triste; apenado; sombrío; lleno de dolor; afligido; tétrico; preocupado; trágico; entristecido-
que lastíma bijvoeglijk naamwoord
-
desagradable bijvoeglijk naamwoord
-
desolado bijvoeglijk naamwoord
-
triste bijvoeglijk naamwoord
-
apenado bijvoeglijk naamwoord
-
sombrío bijvoeglijk naamwoord
-
lleno de dolor bijvoeglijk naamwoord
-
afligido bijvoeglijk naamwoord
-
tétrico bijvoeglijk naamwoord
-
preocupado bijvoeglijk naamwoord
-
trágico bijvoeglijk naamwoord
-
entristecido bijvoeglijk naamwoord
-
-
afligido
triste; doloroso; afligido; dolorido; quejoso; plañidero; penoso; apenado; miserable; trágico; quejumbroso; lamentable; desgraciado; deplorable; lastimoso; mísero-
triste bijvoeglijk naamwoord
-
doloroso bijvoeglijk naamwoord
-
afligido bijvoeglijk naamwoord
-
dolorido bijvoeglijk naamwoord
-
quejoso bijvoeglijk naamwoord
-
plañidero bijvoeglijk naamwoord
-
penoso bijvoeglijk naamwoord
-
apenado bijvoeglijk naamwoord
-
miserable bijvoeglijk naamwoord
-
trágico bijvoeglijk naamwoord
-
quejumbroso bijvoeglijk naamwoord
-
lamentable bijvoeglijk naamwoord
-
desgraciado bijvoeglijk naamwoord
-
deplorable bijvoeglijk naamwoord
-
lastimoso bijvoeglijk naamwoord
-
mísero bijvoeglijk naamwoord
-
-
afligido
triste; sombrío; desconsolado; abatido; melancólico; tétrico; disgustado; desolado; deprimido; afligido; desalentado; desanimado; lamentable; pesimista; deplorable-
triste bijvoeglijk naamwoord
-
sombrío bijvoeglijk naamwoord
-
desconsolado bijvoeglijk naamwoord
-
abatido bijvoeglijk naamwoord
-
melancólico bijvoeglijk naamwoord
-
tétrico bijvoeglijk naamwoord
-
disgustado bijvoeglijk naamwoord
-
desolado bijvoeglijk naamwoord
-
deprimido bijvoeglijk naamwoord
-
afligido bijvoeglijk naamwoord
-
desalentado bijvoeglijk naamwoord
-
desanimado bijvoeglijk naamwoord
-
lamentable bijvoeglijk naamwoord
-
pesimista bijvoeglijk naamwoord
-
deplorable bijvoeglijk naamwoord
-
-
afligido
malo; desagradable; deprimente; lamentable; mareado; penoso; afligido; abominable; horrible; desolado; repugnante; sombrío; indeseable; tétrico; lastimoso; disgustoso; apenado; desolador; lóbrego; calamitoso-
malo bijvoeglijk naamwoord
-
desagradable bijvoeglijk naamwoord
-
deprimente bijvoeglijk naamwoord
-
lamentable bijvoeglijk naamwoord
-
mareado bijvoeglijk naamwoord
-
penoso bijvoeglijk naamwoord
-
afligido bijvoeglijk naamwoord
-
abominable bijvoeglijk naamwoord
-
horrible bijvoeglijk naamwoord
-
desolado bijvoeglijk naamwoord
-
repugnante bijvoeglijk naamwoord
-
sombrío bijvoeglijk naamwoord
-
indeseable bijvoeglijk naamwoord
-
tétrico bijvoeglijk naamwoord
-
lastimoso bijvoeglijk naamwoord
-
disgustoso bijvoeglijk naamwoord
-
apenado bijvoeglijk naamwoord
-
desolador bijvoeglijk naamwoord
-
lóbrego bijvoeglijk naamwoord
-
calamitoso bijvoeglijk naamwoord
-
-
afligido
desgraciado; infame; tremendo; horrible; extremo; indigno; terrible; horroroso; bárbaro; deplorable; afligido; indignante; alarmante; terrorífico; terriblemente-
desgraciado bijvoeglijk naamwoord
-
infame bijvoeglijk naamwoord
-
tremendo bijvoeglijk naamwoord
-
horrible bijvoeglijk naamwoord
-
extremo bijvoeglijk naamwoord
-
indigno bijvoeglijk naamwoord
-
terrible bijvoeglijk naamwoord
-
horroroso bijvoeglijk naamwoord
-
bárbaro bijvoeglijk naamwoord
-
deplorable bijvoeglijk naamwoord
-
afligido bijvoeglijk naamwoord
-
indignante bijvoeglijk naamwoord
-
alarmante bijvoeglijk naamwoord
-
terrorífico bijvoeglijk naamwoord
-
terriblemente bijvoeglijk naamwoord
-
-
afligido
atribulado; pobre; triste; lamentable; desagradable; desgraciado; deplorable; de pena; afligido; miserable; funesto; tremendamente; aciago; desastroso; trágico; calamitoso-
atribulado bijvoeglijk naamwoord
-
pobre bijvoeglijk naamwoord
-
triste bijvoeglijk naamwoord
-
lamentable bijvoeglijk naamwoord
-
desagradable bijvoeglijk naamwoord
-
desgraciado bijvoeglijk naamwoord
-
deplorable bijvoeglijk naamwoord
-
de pena bijvoeglijk naamwoord
-
afligido bijvoeglijk naamwoord
-
miserable bijvoeglijk naamwoord
-
funesto bijvoeglijk naamwoord
-
tremendamente bijvoeglijk naamwoord
-
aciago bijvoeglijk naamwoord
-
desastroso bijvoeglijk naamwoord
-
trágico bijvoeglijk naamwoord
-
calamitoso bijvoeglijk naamwoord
-
-
afligido
desolado; triste; lamentable; deprimido; deplorable; sombrío; pesimista; abatido; disgustado; apenado; afligido; desanimado; desconsolado; melancólico; tétrico; desalentado; anonadado; decaído-
desolado bijvoeglijk naamwoord
-
triste bijvoeglijk naamwoord
-
lamentable bijvoeglijk naamwoord
-
deprimido bijvoeglijk naamwoord
-
deplorable bijvoeglijk naamwoord
-
sombrío bijvoeglijk naamwoord
-
pesimista bijvoeglijk naamwoord
-
abatido bijvoeglijk naamwoord
-
disgustado bijvoeglijk naamwoord
-
apenado bijvoeglijk naamwoord
-
afligido bijvoeglijk naamwoord
-
desanimado bijvoeglijk naamwoord
-
desconsolado bijvoeglijk naamwoord
-
melancólico bijvoeglijk naamwoord
-
tétrico bijvoeglijk naamwoord
-
desalentado bijvoeglijk naamwoord
-
anonadado bijvoeglijk naamwoord
-
decaído bijvoeglijk naamwoord
-