Overzicht
Spaans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. racha:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor racha (Spaans) in het Engels

racha:

racha [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la racha (antojo; arrebato)
    the spur of the moment; the caprice; the whim; the burst
  2. la racha (viento descendente; chubasco; ataque; )
    the gust of wind; the squall

Vertaal Matrix voor racha:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
burst antojo; arrebato; racha asomo; atisbo; chispa; dejo; excusa; rasgo
caprice antojo; arrebato; racha capricho; humor; mal humor; manía
gust of wind ataque; chaparrón; chubasco; racha; racha de viento; ramalazo; ráfaga; ráfaga de viento; ventisca; ventolera; viento descendente; viento racheado
spur of the moment antojo; arrebato; racha capricho; humor; mal humor; manía
squall ataque; chaparrón; chubasco; racha; racha de viento; ramalazo; ráfaga; ráfaga de viento; ventisca; ventolera; viento descendente; viento racheado nevasca; ráfaga de viento; tempestad de nieve; ventisca; ventolera; viento racheado
whim antojo; arrebato; racha capricho; humor; mal humor; manía
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
burst cuartease; entrar en erupción; estallar; explosionar; explotar; hacer explosión; partir en pedazos; rajarse; resquebrajarse
squall berrear
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
burst arrebatizado; arrebato; en un arrebato; impulsivo; ompulsivamente

Synoniemen voor "racha":


Wiktionary: racha

racha
noun
  1. continuous series of events

Verwante vertalingen van racha