Overzicht
Spaans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. furia:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor furia (Spaans) in het Engels

furia:

furia [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la furia (rabia; tontería; disparate)
    the fury; the rage; the frenzy
    • fury [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • frenzy [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. la furia (ira; cólera; despecho; )
    the wrath; the anger
    • wrath [the ~] zelfstandig naamwoord
    • anger [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. la furia (rabia; ira; furor)
    the grimness
    • grimness [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. la furia (enojo; cólera; furor; )
    the anger; the rage; the wrath; the fury
    • anger [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • wrath [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fury [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor furia:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anger cólera; despecho; disgusto; enfado; enojo; furia; furor; indignación; ira; irritación; maldad; malicia; rabia
frenzy disparate; furia; rabia; tontería borrachera; deseo; embriaguez; extravagancia; fervor; frenesí; fuego; ganas; gusto; instinto; instinto sexual; locura; pasión; sensualidad
fury cólera; disgusto; disparate; enfado; enojo; furia; furor; indignación; ira; maldad; rabia; tontería
grimness furia; furor; ira; rabia aspereza; brusquedad
rage cólera; disgusto; disparate; enfado; enojo; furia; furor; indignación; ira; maldad; rabia; tontería manía; moda; obsesión
wrath cólera; despecho; disgusto; enfado; enojo; furia; furor; indignación; ira; irritación; maldad; malicia; rabia
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anger alterar; encolerizar; enojar; fastidiar; interferir; interrumpir; irritar; turbar
rage agredir de palabra; ajear; blasfemar; bramar; chillar; desatarse contra; desentonar; despotricar; despotricar contra; encolerizarse; enfurecerse; estar malhablado; hacer estragos; imprecar; insultar; lanzar blasfemias; maldecir; rabiar; refunfuñar; renegar; rugir; soltar palabrotas; soltar un taco; tronar; vociferar; zarpar

Verwante woorden van "furia":

  • furias

Synoniemen voor "furia":


Wiktionary: furia

furia
noun
  1. extreme anger
  2. strength or violence in action
proper noun
  1. female personification of vengeance
adjective
  1. volatile

Cross Translation:
FromToVia
furia anger; dudgeon; fury; rage; wrath woede — een gevoel van erge kwaadheid
furia fury; furiousness furie — mythol|fr divinité infernale dont la fonction était de tourmenter les méchants, les criminels, soit dans les enfers, soit sur la terre.