Overzicht
Spaans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. violeta:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor violeta (Spaans) in het Engels

violeta:

violeta bijvoeglijk naamwoord

  1. violeta (púrpura; morado; lila; morado claro)
    purple; lilac; lavender; violet

violeta [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la violeta (violín)
    the violin; the fiddle
    • violin [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fiddle [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor violeta:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fiddle violeta; violín
lavender cantueso; espliego; lavanda
lilac lila; lilo
violin violeta; violín
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fiddle amañar; chapucear; embarullar; embrollar; enredar; hacer cosas de casa por afición; hacer labores; manipular; manosear
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lavender lila; morado; morado claro; púrpura; violeta
lilac lila; morado; morado claro; púrpura; violeta
purple lila; morado; morado claro; púrpura; violeta púrpura
violet lila; morado; morado claro; púrpura; violeta

Synoniemen voor "violeta":


Wiktionary: violeta

violeta
noun
  1. colour
  2. plant
adjective
  1. colour

Cross Translation:
FromToVia
violeta violet Veilchen — kleine, meist violettfarben blühende, stark duftende Blume der Gattung Viola
violeta violet violett — farblich im Spektrum zwischen blau und rot liegend
violeta purple; violet; mauve violet — D’une couleur qui rappelle celle de la violette, de l’améthyste et constitue l’une des couleurs en limite du spectre visible.
violeta violet violette — (botanique) plante herbacées vivaces de la famille des Violacées appartenant au genre Viola.