Overzicht
Spaans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. súplica:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor súplica (Spaans) in het Engels

súplica:

súplica [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la súplica (ruego; pregunta; demanda; petición; deseo)
    the request
    • request [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. la súplica (plegaria)
    the request; the appeal; the plea; the supplication; the entreaty; the prayer
    • request [the ~] zelfstandig naamwoord
    • appeal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • plea [the ~] zelfstandig naamwoord
    • supplication [the ~] zelfstandig naamwoord
    • entreaty [the ~] zelfstandig naamwoord
    • prayer [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. la súplica
    the appeals; the supplications; the pleas; the entreaties

Vertaal Matrix voor súplica:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
appeal plegaria; súplica amenidad; apelación; atracción; atractividad; donaire; encantamiento; encanto; fascinación; garbo; gracia; llamada; magia; petición; reclamación; vía de recurso
appeals súplica
entreaties súplica
entreaty plegaria; súplica
plea plegaria; súplica defensa; defensas
pleas súplica
prayer plegaria; súplica oración; plegaria; rezo
request demanda; deseo; petición; plegaria; pregunta; ruego; súplica cuestión; demanda; detracción; exigencia; instancia; interpelación; petición; pregunta; proposición; propuesta; retirada; retirada de la invitación; ruego; solicitud; solicitud HTTP
supplication plegaria; súplica
supplications súplica
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
appeal anotar; apelar; designar; formular apelación; grabar; interponer apelación; nombrar; pedir; protestar; recurrir; referir; rogar; solicitar; suplicar
request pedir; presentar una instancia; presentar una solicitud; rogar; solicitar; suplicar

Verwante woorden van "súplica":

  • súplicas

Synoniemen voor "súplica":


Wiktionary: súplica

súplica
noun
  1. -