Overzicht
Spaans naar Engels: Meer gegevens...
- rápidos:
-
rápido:
- quick; fast; rapid; swift; agile; dexterous; speedy; brisk; nimble; adroit; skilful; fledged; neat; clever; handy; expert; skillful; snazzy; snappy; stylish; fashionable; trendy; quickly; soon; speedily; hastily; nimbly; nimble-fingered; fast sailing; urgent; stringent; pressing; promptly; readily; adept
- express train; intercity train
- Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor rápidos (Spaans) in het Engels
rápidos:
-
el rápidos (aceleración)
Vertaal Matrix voor rápidos:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rapid | aceleración; rápidos | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rapid | a todo andar; abrupto; aceleradamente; alerto; aprisa; brusco; con celeridad; con rapidez; de aquí a poco; de buenas a primeras; de golpe y porrazo; de improviso; de prisa; dentro de poco; deprisa; en breve; en seguida; inesperado; inmediatamente; inmediato; insospechado; perspicaz; prontamente; pronto; repentino; rápidamente; rápido; súbito; veloz; velozmente; ágil |
Verwante woorden van "rápidos":
rápidos vorm van rápido:
-
rápido (pronto; rápidamente; dentro de poco; aprisa; deprisa; de prisa; con celeridad; veloz; ágil; en breve; prontamente; a todo andar; con rapidez; de aquí a poco; velozmente; inesperado; perspicaz; aceleradamente)
quick; fast; rapid; swift; agile; dexterous; speedy; brisk; nimble; adroit; skilful; fledged; neat; clever; handy; expert; skillful-
quick bijvoeglijk naamwoord
-
fast bijvoeglijk naamwoord
-
rapid bijvoeglijk naamwoord
-
swift bijvoeglijk naamwoord
-
agile bijvoeglijk naamwoord
-
dexterous bijvoeglijk naamwoord
-
speedy bijvoeglijk naamwoord
-
brisk bijvoeglijk naamwoord
-
nimble bijvoeglijk naamwoord
-
adroit bijvoeglijk naamwoord
-
fledged bijvoeglijk naamwoord
-
neat bijvoeglijk naamwoord
-
clever bijvoeglijk naamwoord
-
handy bijvoeglijk naamwoord
-
expert bijvoeglijk naamwoord
-
-
rápido (moderno; bonito; de prisa; aprisa; con celeridad; aceleradamente; con soltura; entretenido; despabilado; rápidamente; gracioso)
snazzy; snappy; stylish; fashionable; trendy-
snazzy bijvoeglijk naamwoord
-
snappy bijvoeglijk naamwoord
-
stylish bijvoeglijk naamwoord
-
fashionable bijvoeglijk naamwoord
-
trendy bijvoeglijk naamwoord
-
-
rápido (pronto; en seguida; dentro de poco; rápidamente)
-
rápido (a toda prisa; a todo andar; pronto; en seguida; apresurado; a toda velocidad; rápidamente; aprisa; apresuradamente; precipitadamente; a escape; de prisa y corriendo)
-
rápido (ágil)
-
rápido (velero)
fast sailing-
fast sailing bijvoeglijk naamwoord
-
-
rápido (urgente; urgentísimo; rápidamente; enfático; estrecho; ajustado; acuciante; con rapidez)
-
rápido (rápidamente; diligente; pronto; fácilmente; sin vacilar)
-
el rápido (tren rápido; expreso; exprés; tren expreso)
Vertaal Matrix voor rápido:
Verwante woorden van "rápido":
Synoniemen voor "rápido":
Wiktionary: rápido
rápido
Cross Translation:
adjective
-
capable of moving with great speed
-
-
-
quick
-
moving with speed
-
occurring in a short time
-
Very swift or quick
-
characterized by rapid or swift motion
-
fast; quick
-
rapidly, fast
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• rápido | → fast train; express | ↔ sneltrein — spoorwegen|nld personentrein die niet bij kleine stations stopt en die daarmee een tussenvorm is van een stoptrein en een intercity |
• rápido | → rapid; prompt; quick; fast | ↔ snel — in korte tijd |
• rápido | → express | ↔ exprestrein — spoorwegen|nld sneltrein (voor de wat langere trajecten) |
• rápido | → rapid | ↔ Stromschnelle — Stelle in einem größeren Gewässer mit besonders hoher Fließgeschwindigkeit |
• rápido | → abrupt | ↔ jäh — unerwartet, abrupt und heftig sich entwickelnd |
• rápido | → quick | ↔ rasch — sich schnell bewegend |
• rápido | → fast; quick; swift; rapid | ↔ schnell — sich mit hoher Geschwindigkeit fortbewegend |
• rápido | → just | ↔ schnell — nur adverbiell: in kurzer Zeit |
• rápido | → fast; quick; swift | ↔ zügig — mit großer Geschwindigkeit und ohne Unterbrechung |
• rápido | → fast; quick; rapid; speedy; swift; expeditious; prompt | ↔ rapide — Qui se meut avec vitesse |
• rápido | → fast; quick; rapid; quickly | ↔ vite — (vieilli) ou Québec|fr rapide, qui se meut avec célérité, avec promptitude ; se dit surtout dans le sport, sinon plutôt des animaux et des choses dont le mouvement est rapide. |
Computer vertaling door derden: