Palo in het Engels vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Engels: Meer gegevens...

palo:
- timber; wood; timbre; pole; stake; post; stroke with a stick
Wiktionary:
- palo → club, pale, pole, stick, suit
- palo → cane, stick, hard, pole, post, mast, rod, staff, stave, spar, baton

Spaans

Uitgebreide vertaling voor palo (Spaans) in het Engels

el palo (madera)
the timber; the wood; the timbre
- timber [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
- wood [the ~] zelfstandig naamwoord
- timbre [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
el palo (mástil)
the pole
– a long (usually round) rod of wood or metal or plastic ¹
- pole [the ~] zelfstandig naamwoord
the stake
- stake [the ~] zelfstandig naamwoord
the post
– a pole or stake set up to mark something (as the start or end of a race track) ¹
- post [the ~] zelfstandig naamwoord
  - a pair of posts marked the goal¹
el palo (poste; vara)
the stake
- stake [the ~] zelfstandig naamwoord
el palo (bastonazo)
the stroke with a stick
- stroke with a stick [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pole	mástil; palo	polo
post	mástil; palo	artículo; cargo; centinela; columna; elemento para exponer; empleo; entrega de envíos a correos; espigón; función; lombriz; machón; malecón; malecón del puerto; muelle; oficio; pila; pilar; poste; puesto; puesto de guardia; tenderete; tiendecilla ambulante; trabajo
stake	mástil; palo; poste; vara	hoguera
stroke with a stick	bastonazo; palo
timber	madera; palo	coloración; entonación; madera de construcción; nota musical; plantas leñosas; productos de madera; ruido; sonido; timbre; tono
timbre	madera; palo	coloración; entonación; madera de construcción; nota musical; plantas leñosas; productos de madera; ruido; sonido; timbre; tono
wood	madera; palo	plantas leñosas
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
post		asentar; colocar; desarrollarse; echar al buzón; echar al correo; exponer; publicar; registrar; situar
stake		apostar; hacer puesta; jugar
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
timber		de madera; leñoso
timbre		de madera; leñoso

bauprés; botalón; estaca; verga; mastelero
cachiporra; porra; maza; tranca
escopetazo; contrariedad; golpe; jarro de agua fría
galga; retranca; madero
larguero; travesaño; vara; barrote; tabla; viga; soporte; apoyo; barra; barreta; palitroque; varilla
leñazo; garrotazo; tortazo; trompazo; castañazo; leche

palo

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• palo	→ cane; stick	↔ stok — langwerpig voorwerp om te stoten, slaan, aanraken, aangeven (van toon), steken, te likken of te prikken
• palo	→ hard	↔ paal — (informeel) een stijve penis
• palo	→ pole; post	↔ paal — een langwerpig stuk materiaal dat in de grond staat
• palo	→ mast	↔ mast — lange, rechtop staande paal midden op het schip
• palo	→ stick; rod; staff; stave; spar; baton; cane	↔ bâton — Morceau de bois assez long
• palo	→ mast; spar	↔ mât — pièce de bois, de tôle ou d’acier, longue, ronde et droite, dresser sur un navire et destinée à porter les voiles.