Overzicht
Spaans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ostentador:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor ostentador (Spaans) in het Engels

ostentador:

ostentador bijvoeglijk naamwoord

  1. ostentador (fanfarrón; presumido)
    boastful; grandiloquent; bragging; boasting

Vertaal Matrix voor ostentador:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boasting atrevido; atrevimiento; audacia; baladronada; bravata; bravura; chirrido; estridencia; exageraciones; fanfarria; fanfarronada; fanfarronadas; fanfarronería; fastuosidad; jactancia; majaderías; ostentación; pompa; presunción; temeraridad; vanagloria
bragging atrevido; atrevimiento; audacia; baladronada; bravata; chirrido; estridencia; exageraciones; fanfarria; fanfarronada; fanfarronadas; fanfarronería; fastuosidad; jactancia; majaderías; ostentación; pompa; presunción; temeraridad; vanagloria
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boastful fanfarrón; ostentador; presumido bambollero; fantoche; llamativo; ostentoso
bragging fanfarrón; ostentador; presumido
grandiloquent fanfarrón; ostentador; presumido altilocuente; altisonante; bambollero; fastuoso; grandilocuente; hinchado; ostentoso; pomposo; rimbombante
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boasting fanfarrón; ostentador; presumido

Verwante woorden van "ostentador":

  • ostentadora, ostentadoras, ostentadores