Spaans
Uitgebreide vertaling voor local (Spaans) in het Engels
local:
-
local (aquí y allá; regional; comarcal)
-
local
on the same spot; stay at home; home-loving; stay-at-home-
on the same spot bijvoeglijk naamwoord
-
stay at home bijvoeglijk naamwoord
-
home-loving bijvoeglijk naamwoord
-
stay-at-home bijvoeglijk naamwoord
-
-
local
on-premises– Pertaining to an application on a local server or client computer, which usually hosts users for business/commercial usage. 1-
on-premises bijvoeglijk naamwoord
-
-
el local (bar; café; cafetería; taberna; tasca; posada; bayuca; tenedor; sala; establecimiento; merendero; pegamento; venta; mesón; salón de té; apuro; masilla; restaurante)
-
el local (sala de clase; aula; clase)
-
el local (bar; trampa; masilla; venta; sala; establecimiento; posada; cafetería; pinza; pegamento; taberna; tasca; grapa; mesón; cepo; clavija; presilla; bayuca; brazadera)
-
el local (clase; aula)
Vertaal Matrix voor local:
Verwante woorden van "local":
Synoniemen voor "local":
Wiktionary: local
local
Cross Translation:
noun
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• local | → spot; room; place; location | ↔ ruimte — vertrek, kamer |
• local | → local | ↔ plaatselijk — betrekking hebbend op een bepaalde plaats |
• local | → local | ↔ lokaal — plaatselijk, van beperkte omvang |
• local | → lounge; parlour; salon; sitting-room | ↔ zaal — een grote ruimte |
• local | → regional; local | ↔ örtlich — auf einen Ort oder eine Region bezogen |