Spaans
Uitgebreide vertaling voor introductor (Spaans) in het Engels
introductor:
-
introductor (preliminar; previo)
preliminary; preceding; introductory; opening-
preliminary bijvoeglijk naamwoord
-
preceding bijvoeglijk naamwoord
-
introductory bijvoeglijk naamwoord
-
opening bijvoeglijk naamwoord
-
-
el introductor (ponente; conferenciante)
Vertaal Matrix voor introductor:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
opening | abertura; abismo; abrir; agujero en el hielo; apertura; barranco; comienzo; dilatación; entalladura; escopladura; espacio; espacio intermedio; fisura; grieta; hendidura; horas del servicio; inauguración del servicio; inicio; intervalo; mercado de consumo; muesca; precipicio; principio; quebrada; zona de venta | |
preliminary | anticipación; previsión | |
speaker | conferenciante; introductor; ponente | altavoz; hablante; intérprete; lector; manos libres; orador; portavoz; speaker |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
introductory | introductor; preliminar; previo | anterior; delantero; precedente; yendose delante |
opening | introductor; preliminar; previo | |
preceding | introductor; preliminar; previo | anterior; delantero; pasado; precedente; yendose delante; último |
preliminary | introductor; preliminar; previo | anterior; delantero; precedente; yendose delante |
Verwante woorden van "introductor":
Computer vertaling door derden: