Interpone in het Engels vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Engels: Meer gegevens...

interponer:
- fit in; insert; place in between; put in between
interponerse:
- between; in
Wiktionary:
- interponer → interpose
- interponer → insert
- interponerse → interpose

Spaans

Uitgebreide vertaling voor interpone (Spaans) in het Engels

interponer:

interponer werkwoord

interponer (encajar en; meter en; caber en; enmoldar; encajar; insertar; probarse; intercalar; entrar en; interpolar; poner entre; empujar hacia dentro)
to fit in
- fit in werkwoord (fits in, fitted in, fitting in)
interponer (colocar entre; insertar; poner entre)
to insert; to place in between; to put in between
- insert werkwoord (inserts, inserted, inserting)
- place in between werkwoord (places in between, placed in between, placing in between)
- put in between werkwoord (puts in between, put in between, putting in between)
interponer (colocarse; insertar; poner; imponer; conservar; destinar; depositar; meter entre)
to insert
- insert werkwoord (inserts, inserted, inserting)

Conjugations for interponer:

presente

interpongo
interpones
interpone
interponemos
interponéis
interponen

imperfecto

interponía
interponías
interponía
interponíamos
interponíais
interponían

indefinido

interpuse
interpusiste
interpuso
interpusimos
interpusisteis
interpusieron

fut. de ind.

interpondré
interpondrás
interpondrá
interpondrmos
interpondréis
interpondrán

condic.

interpondría
interpondrías
interpondría
interpondríamos
interpondríais
interpondrían

pres. de subj.

que interponga
que interpongas
que interponga
que interpongamos
que interpongáis
que interpongan

imp. de subj.

que interpusiera
que interpusieras
que interpusiera
que interpusiéramos
que interpusierais
que interpusieran

miscelánea

¡interpon!
¡interponed!
¡no interpongas!
¡no interpongáis!
interpuesto
interponiendo

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor interponer:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
insert		inserción; parche
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fit in	caber en; empujar hacia dentro; encajar; encajar en; enmoldar; entrar en; insertar; intercalar; interpolar; interponer; meter en; poner entre; probarse	acostumbrar; acostumbrarse a; adaptarse; convenir; encajar; ir; quedar bien
insert	colocar entre; colocarse; conservar; depositar; destinar; imponer; insertar; interponer; meter entre; poner; poner entre	insertar; intercalar; interpolar; meter entre
place in between	colocar entre; insertar; interponer; poner entre	insertar; interpolar; meter entre
put in between	colocar entre; insertar; interponer; poner entre	insertar; interpolar; meter entre

Synoniemen voor "interponer":

entremeter; meter; intercalar; mezclar; incluir; insertar; entremezclar; entreverar

Wiktionary: interponer

interponer

verb

to insert something (or oneself) between other things
- interpose → intercalar; mediar; interponer

Cross Translation:

From	To	Via
• interponer	→ insert	↔ einschieben — (etwas) zwischen zwei zusammengehörige oder benachbarte Dinge bringen

interponerse:

interponerse bijvoeglijk naamwoord

interponerse (intervenir)
between; in
- between bijwoord
- in bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor interponerse:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
between	interponerse; intervenir	en medio de; entre; entre ambos; entre ellos; entre medio
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
in	interponerse; intervenir	a; en; por

Wiktionary: interponerse

interponerse