Inspector in het Engels vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Engels: Meer gegevens...

inspector:
- inspector; examiner; ticket inspector; examinator; attendant; aide; supervisor; superintendant; custom-house officer; caretaker; animal foster; facilitator; nurse; orderly
Wiktionary:
- inspector → conductor
- inspector → checker, controller, auditor, inspector

Spaans

Uitgebreide vertaling voor inspector (Spaans) in het Engels

inspector:

inspector [el ~] zelfstandig naamwoord

el inspector (supervisor)
the inspector; the examiner
- inspector [the ~] zelfstandig naamwoord
- examiner [the ~] zelfstandig naamwoord
el inspector (supervisor)
the ticket inspector; the inspector; the examinator
- ticket inspector [the ~] zelfstandig naamwoord
- inspector [the ~] zelfstandig naamwoord
- examinator [the ~] zelfstandig naamwoord
el inspector (ordenanza; asistente; celador; supervisor)
the attendant; the aide
- attendant [the ~] zelfstandig naamwoord
- aide [the ~] zelfstandig naamwoord
el inspector (capataz; supervisor)
the supervisor; the superintendant
- supervisor [the ~] zelfstandig naamwoord
- superintendant [the ~] zelfstandig naamwoord
el inspector
the custom-house officer
- custom-house officer [the ~] zelfstandig naamwoord
el inspector (cuidador de animales; supervisor)
the caretaker; the animal foster; the attendant; the facilitator; the nurse; the orderly
- caretaker [the ~] zelfstandig naamwoord
- animal foster [the ~] zelfstandig naamwoord
- attendant [the ~] zelfstandig naamwoord
- facilitator [the ~] zelfstandig naamwoord
- nurse [the ~] zelfstandig naamwoord
- orderly [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor inspector:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aide	asistente; celador; inspector; ordenanza; supervisor	auxiliar de clínica; camillero; enfermero
animal foster	cuidador de animales; inspector; supervisor
attendant	asistente; celador; cuidador de animales; inspector; ordenanza; supervisor	auxiliar de clínica; camillero; conserje; cuidadora; enfermero; guarda; guardia; guardián; portero; vigilante
caretaker	cuidador de animales; inspector; supervisor	administrador general; conserje; cuidadora; dueño; dueño de una casa; guardador; mayordomo; portero; portezuela; propietario
custom-house officer	inspector
examinator	inspector; supervisor
examiner	inspector; supervisor	examinador; investigador; probador
facilitator	cuidador de animales; inspector; supervisor
inspector	inspector; supervisor	inspector de sanidad
nurse	cuidador de animales; inspector; supervisor	canguro; cuidadora de niños; enfermera; enfermero; matrona; nodriza
orderly	cuidador de animales; inspector; supervisor	auxiliar de clínica; camillero; enfermero; ordenanza
superintendant	capataz; inspector; supervisor	camarero principal; jefe de la sala; jefe del comedor; mayordomo
supervisor	capataz; inspector; supervisor	director de tesis; promotor; supervisor
ticket inspector	inspector; supervisor
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
nurse		abrigar; acariciar; administrar medicamentos; amamantar; amamantar a un bebé; arrellanarse; asistir; atender; atender a; criar; cuidar; cuidar de; dar de mamar; dar el pecho; ocuparse; ocuparse de
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
attendant		acompañador; acompañante; que acompaña
orderly		arreglado; bien ordenado; bien sistematizado; clasificado; dispuesto; ordenado; regulado; regular

Verwante woorden van "inspector":

inspectores, inspectora, inspectoras

Synoniemen voor "inspector":

sabueso; investigador; policía; detective
visitador; interventor; representante

Wiktionary: inspector

inspector

noun

person who takes tickets on public transportation
- conductor → inspector; revisor; guarda

Cross Translation:

From	To	Via
• inspector	→ checker; controller	↔ verificateur — beroep\|nld iemand die verifieert, een ambtenaar die de echtheid van opgaven voor belastingen e.d. moet onderzoeken
• inspector	→ auditor; inspector	↔ inspecteur — beroep\|nld iemand wiens taak het is inspecties uit te voeren
• inspector	→ checker; controller; inspector	↔ controleur — iemand die belast is met de controle
• inspector	→ inspector	↔ inspecteur — Celui, celle dont la fonction est d’inspecter, de surveiller quelque chose.

Verwante vertalingen van inspector

Remove Ads

Vertaal inspector van Spaans naar Engels

Uitgebreide vertaling voor inspector (Spaans) in het Engels

inspector:

inspector [el ~] zelfstandig naamwoord

el inspector (supervisor)

el inspector (supervisor)

el inspector (ordenanza; asistente; celador; supervisor)

el inspector (capataz; supervisor)

el inspector

el inspector (cuidador de animales; supervisor)

Vertaal Matrix voor inspector:

Verwante woorden van "inspector":

Synoniemen voor "inspector":

Wiktionary: inspector

Verwante vertalingen van inspector