Spaans
Uitgebreide vertaling voor inestable (Spaans) in het Engels
inestable:
-
inestable (lastimoso; malhumorado; imprevisible; de humor variable; inconstante; incalculable)
grumpy; capricious; peevish; grumbling-
grumpy bijvoeglijk naamwoord
-
capricious bijvoeglijk naamwoord
-
peevish bijvoeglijk naamwoord
-
grumbling bijvoeglijk naamwoord
-
-
inestable (inconstante; lábil; inseguro; tambaleante; poco consistente; voluble; vacilante; desequilibrado; poco sólido)
mentally unstable-
mentally unstable bijvoeglijk naamwoord
-
-
inestable (variable; cambiante; inconstante)
changeable; variable; fickle; unsettled-
changeable bijvoeglijk naamwoord
-
variable bijvoeglijk naamwoord
-
fickle bijvoeglijk naamwoord
-
unsettled bijvoeglijk naamwoord
-
-
inestable (inseguro; desequilibrado; lábil; tambaleante; voluble; vacilante; poco consistente; poco sólido)
-
inestable (variable; variado; cambiante; vacilante; inconstante)
variable; varying; changeable; inconstant; unstable-
variable bijvoeglijk naamwoord
-
varying bijvoeglijk naamwoord
-
changeable bijvoeglijk naamwoord
-
inconstant bijvoeglijk naamwoord
-
unstable bijvoeglijk naamwoord
-
-
inestable (cambiante; inconstante)
inconstant; unsteady; unstable-
inconstant bijvoeglijk naamwoord
-
unsteady bijvoeglijk naamwoord
-
unstable bijvoeglijk naamwoord
-
-
inestable (lluvioso)
-
inestable (no claro; vago; inseguro; confuso; dudoso; defectuoso; vacilante; no seguro; indefinido; infinito; espinoso; turbio; indeterminado; incierto; misterioso; tenebroso; impreciso; impuro; cuestionable; incalculable)
turbid; not clear; not bright-
turbid bijvoeglijk naamwoord
-
not clear bijvoeglijk naamwoord
-
not bright bijvoeglijk naamwoord
-
-
inestable (desequilibrado; anadeando; tambaleante; tambaleándose)
staggering; waddling; toddling; tottering-
staggering bijvoeglijk naamwoord
-
waddling bijvoeglijk naamwoord
-
toddling bijvoeglijk naamwoord
-
tottering bijvoeglijk naamwoord
-
-
inestable (no seguro; incierto; vago; indefinido; inseguro)
-
inestable (cambiante; variable; sospechoso; cuestionable; variado)
variable; varying; changeable; unstable-
variable bijvoeglijk naamwoord
-
varying bijvoeglijk naamwoord
-
changeable bijvoeglijk naamwoord
-
unstable bijvoeglijk naamwoord
-
-
inestable (tambaleante; lábil)
Vertaal Matrix voor inestable:
Verwante woorden van "inestable":
Synoniemen voor "inestable":
Wiktionary: inestable
inestable
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• inestable | → unstable | ↔ labiel — onstandvastig, wankelbaar |
• inestable | → instable; unstable | ↔ instabil — unbeständig |
• inestable | → changeable; fickle; instable; unsettled; unstable; unsteady | ↔ unbeständig — nicht gleichbleibend, wechselhaft |
• inestable | → unstable; shaky; unsteady | ↔ instable — Qui manquer de stabilité. |