Overzicht
Spaans naar Engels: Meer gegevens...
-
fresco:
- freshly-baked; new; fresh; airy; cool; chilly; chilli; light-hearted; playful; casual; little fresh; cold and damp; cold; clammy; cooling; freezing; frosty; cooled; frozen; tender age; early youth; youthfully immature; coolly; audacious; sanguine; impertinent; ill-mannered; somewhat cold; untainted; unspoiled; impudent; presumptuous; insolent; shameless; overbearing; arrogant
- sin; vice; immorality; fault; fresco; chilliness; cold; coldness; coolness; cool
- Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor fresco (Spaans) in het Engels
fresco:
-
fresco (recién salido del horno)
-
fresco (nuevo)
-
fresco (ligero; airado; despreocupado)
-
fresco (frío; fresquito)
-
fresco (frívolo; alegre; relajado; despreocupado)
light-hearted; playful; casual-
light-hearted bijvoeglijk naamwoord
-
playful bijvoeglijk naamwoord
-
casual bijvoeglijk naamwoord
-
-
fresco
little fresh-
little fresh bijvoeglijk naamwoord
-
-
fresco (desabrido; frío; frío y húmedo; madoroso; húmedo; desagradable)
cold and damp; cold; chilly; clammy; chilli-
cold and damp bijvoeglijk naamwoord
-
cold bijvoeglijk naamwoord
-
clammy bijvoeglijk naamwoord
-
-
fresco (refrigerante; frío; calmo)
-
fresco (frío)
-
fresco (tierno)
tender age; early youth; youthfully immature-
tender age bijvoeglijk naamwoord
-
early youth bijvoeglijk naamwoord
-
youthfully immature bijvoeglijk naamwoord
-
-
fresco (frío; sereno; indiferente; sosegado; calmo; estoico)
-
fresco (impertinente; atrevido; desvergonzado; indecente; mal educado; sin modales)
audacious; sanguine; impertinent; ill-mannered-
audacious bijvoeglijk naamwoord
-
sanguine bijvoeglijk naamwoord
-
impertinent bijvoeglijk naamwoord
-
ill-mannered bijvoeglijk naamwoord
-
-
fresco (fresquito; fríamente)
-
fresco (no estropeado; intacto; no corrompido)
-
fresco (bruto; desmañado; palurdo; sin vergüenza; zote; sin respeto; rural; campesino; torpe; grosero; descarado; nacional; maleducado; incapaz; rústico; impertinente; tosco; aturdido; fastidioso; insolente; arrogante; pastoral; aldeano; desvergonzado; campestre; descortés; zafio; pastoril; de pueblo; mal educado; inhábil; mastuerzo; desfachatado; en estado natural; con desenvoltura; demasiado desenvuelto)
impudent; presumptuous; insolent; shameless; overbearing; arrogant-
impudent bijvoeglijk naamwoord
-
presumptuous bijvoeglijk naamwoord
-
insolent bijvoeglijk naamwoord
-
shameless bijvoeglijk naamwoord
-
overbearing bijvoeglijk naamwoord
-
arrogant bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor fresco:
Verwante woorden van "fresco":
Synoniemen voor "fresco":
Wiktionary: fresco
fresco
Cross Translation:
adjective
-
Not showing due respect; impertinent; bold-faced
-
refreshing or cool
-
of produce, not from storage
-
lacking respect
-
having a slightly low temperature
-
-
-
(figuratively) cheerful and lively
-
saucy
-
not decaying, rancid, sour, spoiled, or stale
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fresco | → fresh | ↔ vers — niet ingeblikt, niet diepgevroren |
• fresco | → fresh; airy; airily | ↔ luchtig — met lucht doortrokken |
• fresco | → cool | ↔ koel — met een naar verhouding lagere temperatuur dan de warme of hete omgeving |
• fresco | → fresh | ↔ fris — zojuist schoongemaakt, prettig ruikend |
• fresco | → intrepid; impertinent; daring; bold; abandoned; audacious | ↔ brutaal — geen respect hebbend voor iets of iemand |
• fresco | → fresco | ↔ Fresko — Kunstwissenschaft: auf noch frischem, feuchtem Putz aus Kalk angefertigte Wand- oder Deckenmalerei |
• fresco | → aleck; rogue; wise guy | ↔ Schlaumeier — (umgangssprachlich), scherzhaft: ein schlauer, listiger, pfiffiger Mensch |
• fresco | → brash; cheeky | ↔ dreist — ohne Respekt, ohne Zurückhaltung |
• fresco | → fresh | ↔ frisch — neu, gerade eben erst, kürzlich |
• fresco | → fresh | ↔ frais — Qui est en état de fraîcheur. |
• fresco | → fresco | ↔ fresque — Technique de peinture (1) |
• fresco | → fresco | ↔ fresque — Peinture utilisant cette technique (2) |
• fresco | → soda | ↔ soda — Boisson gazeuse |
Computer vertaling door derden: