Overzicht
Spaans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. fluidez:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor fluidez (Spaans) in het Engels

fluidez:

fluidez [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la fluidez (práctica del idioma)
    the fluency
    • fluency [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. la fluidez (liquidez)
    the fluidity
    • fluidity [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. la fluidez (rapidez; marcha; velocidad; )
    the rapidity; the tempo; the quickness
    • rapidity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tempo [the ~] zelfstandig naamwoord
    • quickness [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. la fluidez
    the viscosity

Vertaal Matrix voor fluidez:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fluency fluidez; práctica del idioma
fluidity fluidez; liquidez
quickness afán; agilidad; apresuramiento; celeridad; celo; esmero; fluidez; ligereza; marcha; premura; prisa; prontitud; rapidez; ritmo; soltura; velocidad afán; apremio; apresuramiento; celo; premura; prisa; rapidez
rapidity afán; agilidad; apresuramiento; celeridad; celo; esmero; fluidez; ligereza; marcha; premura; prisa; prontitud; rapidez; ritmo; soltura; velocidad velocidad
tempo afán; agilidad; apresuramiento; celeridad; celo; esmero; fluidez; ligereza; marcha; premura; prisa; prontitud; rapidez; ritmo; soltura; velocidad
viscosity fluidez viscosidad

Wiktionary: fluidez

fluidez
noun
  1. quality of being articulate