Overzicht
Spaans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. denostar:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor denostar (Spaans) in het Engels

denostar:

denostar [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el denostar (vilipendiar)
    the revilement; the abuse; the vilification

Vertaal Matrix voor denostar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abuse denostar; vilipendiar abuso; contravención; profanación; violación; violentar
revilement denostar; vilipendiar
vilification denostar; vilipendiar agravio; calumnia; chachara; charla; charlas; charloteo; chisme; chismes; chismorreo; cháchara; comadreo; comadreos; comadrería; cotilleo; cotorreo; difamación; fraseología; habladuría; habladurías; latigazo; majaderías; maledicencia; murmuraciones; palabrería; palique; parloteo; plática; rumor; tonteras; tonterías
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abuse abusar; abusar de; afrentar; agraviar; blasfemar; burlarse de; calumniar; difamar; hacer escarnio de; injuriar; injuriar a; insultar; insultar a; poner por los suelos; ultrajar; vilipendiar; violar

Synoniemen voor "denostar":


Wiktionary: denostar

denostar
verb
  1. to put someone down or show verbal disrespect

Cross Translation:
FromToVia
denostar jeer; scoff beschimpen — met scheldwoorden overladen

Computer vertaling door derden: