Cursos in het Engels vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Engels: Meer gegevens...

cursos:
- courses; sea routes; ocean highways; sea lanes; routes; tacks; heats; sea ways
curso:
- study; course; lesson; class; lesson hour
- lapse; course
Wiktionary:
- curso → course, class, subject
- curso → rate of exchange, exchange rate, subject, class, course

Spaans

Uitgebreide vertaling voor cursos (Spaans) in het Engels

cursos:

cursos [el ~] zelfstandig naamwoord

el cursos (rutas marítimas; cotizaciones; vías marítimas)
the courses; the sea routes; the ocean highways; the sea lanes; the routes; the tacks; the heats; the sea ways
- courses [the ~] zelfstandig naamwoord
- sea routes [the ~] zelfstandig naamwoord
- ocean highways [the ~] zelfstandig naamwoord
- sea lanes [the ~] zelfstandig naamwoord
- routes [the ~] zelfstandig naamwoord
- tacks [the ~] zelfstandig naamwoord
- heats [the ~] zelfstandig naamwoord
- sea ways [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cursos:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
courses	cotizaciones; cursos; rutas marítimas; vías marítimas
heats	cotizaciones; cursos; rutas marítimas; vías marítimas	mangas
ocean highways	cotizaciones; cursos; rutas marítimas; vías marítimas
routes	cotizaciones; cursos; rutas marítimas; vías marítimas
sea lanes	cotizaciones; cursos; rutas marítimas; vías marítimas
sea routes	cotizaciones; cursos; rutas marítimas; vías marítimas
sea ways	cotizaciones; cursos; rutas marítimas; vías marítimas
tacks	cotizaciones; cursos; rutas marítimas; vías marítimas	brocas

Verwante woorden van "cursos":

curso

curso:

curso [el ~] zelfstandig naamwoord

el curso (estudios; carrera; cursillo)
the study; the course
- study [the ~] zelfstandig naamwoord
- course [the ~] zelfstandig naamwoord
el curso (hora de clase; lección; clase; cursillo; hora; estudios; aula)
the lesson; the course; the class; the lesson hour
- lesson [the ~] zelfstandig naamwoord
- course [the ~] zelfstandig naamwoord
- class [the ~] zelfstandig naamwoord
- lesson hour [the ~] zelfstandig naamwoord
el curso (sala de clase; clase; lección; aula; hora lectiva; hora de clase)
the class
- class [the ~] zelfstandig naamwoord
el curso (desarollo; marcha; transcurso)
the course
- course [the ~] zelfstandig naamwoord

curso bijvoeglijk naamwoord

curso (proceso)
lapse; course
- lapse bijvoeglijk naamwoord
- course bijwoord

Vertaal Matrix voor curso:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
class	aula; clase; cursillo; curso; estudios; hora; hora de clase; hora lectiva; lección; sala de clase	año escolar; capa; carácter; categoría; clase; clase de objeto; clase social; colegio; condición social; grupo social; género; lección; suerte; tipo
course	aula; carrera; clase; cursillo; curso; desarollo; estudios; hora; hora de clase; lección; marcha; transcurso	alimento; almuerzo; borde; circuito; clase; comida; dirección; educación; enseñanza; estilo; forma; guiso; junta directiva; lección; manera; modo; modo de obrar; método; plato; programa de enseñanza; punta; recorrido; rumbo; ruta; viaje circular
lesson	aula; clase; cursillo; curso; estudios; hora; hora de clase; lección	clase; comando; comisión; educación; enseñanza; instrucción; lección
lesson hour	aula; clase; cursillo; curso; estudios; hora; hora de clase; lección
study	carrera; cursillo; curso; estudios	consulta; cuarto de estudio; ejercicio; estudio
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
class		clasificar; ordenar; rubricar
course		proceder de; resultar de
study		adquirir; alzar; amarrar; aprender; averiguar; capacitarse para; comenzar; comprobar; controlar; cursar; dar clases; embotellar; empollar; encender; enseñar; estallar; estudiar; examinar; investigar; practicar; rastrear; seguir estudios; seguir una carrera
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
course	curso; proceso
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
class		en clase
lapse	curso; proceso

Verwante woorden van "curso":

cursos

Synoniemen voor "curso":

lapso; período; intervalo; transcurso; espacio; tiempo; plazo; etapa
lecho; álveo; cauce; madre; vaguada; quebrada; cañada

Wiktionary: curso

curso

noun

path taken by a waterway
- course → curso
intended passage for ship
- course → curso
period of learning
- course → curso
onward movement
- course → curso
series of classes covering a single subject
- class → curso
particular area of study
- subject → asignatura; materia; curso; ramo

Cross Translation:

From	To	Via
• curso	→ rate of exchange; exchange rate	↔ prijsnotering — het noteren van een prijs (koers)
• curso	→ subject	↔ Fach — Schulwesen: kurz für ein Unterrichtsfach
• curso	→ class	↔ Schulklasse — Gruppe von Schüler und Schülerin, die zusammen unterrichtet werden.
• curso	→ course	↔ cours — enseignement, classe
• curso	→ course	↔ cours — action de courir

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van cursos

Remove Ads

Vertaal cursos van Spaans naar Engels

Uitgebreide vertaling voor cursos (Spaans) in het Engels

cursos:

cursos [el ~] zelfstandig naamwoord

el cursos (rutas marítimas; cotizaciones; vías marítimas)

Vertaal Matrix voor cursos:

Verwante woorden van "cursos":

curso:

curso [el ~] zelfstandig naamwoord

el curso (estudios; carrera; cursillo)

el curso (hora de clase; lección; clase; cursillo; hora; estudios; aula)

el curso (sala de clase; clase; lección; aula; hora lectiva; hora de clase)

el curso (desarollo; marcha; transcurso)

curso bijvoeglijk naamwoord

curso (proceso)

Vertaal Matrix voor curso:

Verwante woorden van "curso":

Synoniemen voor "curso":

Wiktionary: curso

Verwante vertalingen van cursos