Bricolaje in het Engels vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Engels: Meer gegevens...

bricolaje:
- doing odd jobs
- do it yourself work; fiddling; tinkering; pottering; niggling; shoddy work; botch job; bungling; bungle; bungling work
Wiktionary:
- bricolaje → bricolage
- bricolaje → tinkering, do-it-yourself, DIY

Spaans

Uitgebreide vertaling voor bricolaje (Spaans) in het Engels

la bricolaje (bricolar)
the doing odd jobs
- doing odd jobs [the ~] zelfstandig naamwoord

el bricolaje (trabajos manuales)
the do it yourself work
- do it yourself work [the ~] zelfstandig naamwoord
el bricolaje (trabajos manuales)
the fiddling; the tinkering; the pottering; the niggling
- fiddling [the ~] zelfstandig naamwoord
- tinkering [the ~] zelfstandig naamwoord
- pottering [the ~] zelfstandig naamwoord
- niggling [the ~] zelfstandig naamwoord
el bricolaje (obra mal hecha; porquería; desastre; chanchullos; embadurnamiento)
the shoddy work; the botch job; the bungling; the bungle; the bungling work
- shoddy work [the ~] zelfstandig naamwoord
- botch job [the ~] zelfstandig naamwoord
- bungling [the ~] zelfstandig naamwoord
- bungle [the ~] zelfstandig naamwoord
- bungling work [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
botch job	bricolaje; chanchullos; desastre; embadurnamiento; obra mal hecha; porquería
bungle	bricolaje; chanchullos; desastre; embadurnamiento; obra mal hecha; porquería	caos; desorden
bungling	bricolaje; chanchullos; desastre; embadurnamiento; obra mal hecha; porquería	buncharía; caos; chanchullos; chapucería; chapucerías; chapuzas; desmaña; desorden; emporquería; enredos; ensuciamiento; porquerías; torpeza
bungling work	bricolaje; chanchullos; desastre; embadurnamiento; obra mal hecha; porquería
do it yourself work	bricolaje; trabajos manuales
doing odd jobs	bricolaje; bricolar
fiddling	bricolaje; trabajos manuales	chapucería; chapucerías; chapuzas; tejemaneje; torpeza
niggling	bricolaje; trabajos manuales	tiquismiquis
pottering	bricolaje; trabajos manuales
shoddy work	bricolaje; chanchullos; desastre; embadurnamiento; obra mal hecha; porquería
tinkering	bricolaje; trabajos manuales	chapucería; chapucerías; torpeza
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bungle		actuar con torpeza; atrapañar; chapucear; desperdiciar; echar a perder; entretenerse; estropear; farfullar; frangollar; gandulear; hacer cosas de casa por afición; hacer mal; haraganear; holgazanear; malograr
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bungling		desmañado; inhábil; torpe
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
niggling		fútil

bricolaje

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• bricolaje	→ tinkering; do-it-yourself; DIY	↔ bricolage — activité manuelle visant à réparer, ou fabriquer des petits objets.