Overzicht
Spaans naar Engels: Meer gegevens...
-
astuto:
- smooth; flat; level; even; uniform; coarse; unwavering; crude; vulgar; point blank; flatly; bluntly; close by; close; smart; canny; shrewd; wily; sly; sharp; pointed; idle; empty; unused; vicious; mean; nasty; cunning; underhand; vile; slippery; false; low; ingenious; clever; resourceful; perky; astute; bright; roguish; slick; plain; intelligent; wise; sagacious; skilful; crafty; skillful; nimble; quick; unbroached; untouched; unopened; fresh
- Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor astuto (Spaans) in het Engels
astuto:
-
astuto (a bocajarro; suave; equilibrado; horizontal; apagado; monótono; igual; fino; tajantemente; a sotavento)
smooth; flat; level; even; uniform; coarse; unwavering; crude; vulgar; point blank; flatly; bluntly; close by; close-
smooth bijvoeglijk naamwoord
-
flat bijvoeglijk naamwoord
-
level bijvoeglijk naamwoord
-
even bijvoeglijk naamwoord
-
uniform bijvoeglijk naamwoord
-
coarse bijvoeglijk naamwoord
-
unwavering bijvoeglijk naamwoord
-
crude bijvoeglijk naamwoord
-
vulgar bijvoeglijk naamwoord
-
point blank bijvoeglijk naamwoord
-
flatly bijwoord
-
bluntly bijwoord
-
close by bijvoeglijk naamwoord
-
close bijvoeglijk naamwoord
-
-
astuto (despabilado; inteligente; zorro; vivo; listo; ingenioso; perspicaz; avispado; despierto)
-
astuto (puntiagudo; listo)
-
astuto (agotado; vacuo; sin usar; desinflado)
-
astuto (exquisito; zorro; bajo; desagradable; malo; antipático; sinvergüenza; secreto; afilado; ducho; redomado; guarro; a escondidas; listo; grosero; canalla; sofisticado; vivo; falso; disimulado; secretamente; hábil; desafinado; indecente; taimado; pérfido; cazurro; traicionero; tallado; reticente; despreciable; obsceno; andrajoso; harapiento; solapado; socarrón; a hurtadillas; terriblemente; subrepticio; falsamente; en secreto; falsificado; desacorde; en falso)
vicious; mean; nasty; shrewd; cunning; sly; underhand; vile; slippery; false; sharp; low-
vicious bijvoeglijk naamwoord
-
mean bijvoeglijk naamwoord
-
nasty bijvoeglijk naamwoord
-
shrewd bijvoeglijk naamwoord
-
cunning bijvoeglijk naamwoord
-
sly bijvoeglijk naamwoord
-
underhand bijvoeglijk naamwoord
-
vile bijvoeglijk naamwoord
-
slippery bijvoeglijk naamwoord
-
false bijvoeglijk naamwoord
-
sharp bijvoeglijk naamwoord
-
low bijvoeglijk naamwoord
-
-
astuto (ingenioso; despierto; sabio; experto; genial; talentoso; perito; espabilado; inventivo; sabihondo)
ingenious; clever; resourceful-
ingenious bijvoeglijk naamwoord
-
clever bijvoeglijk naamwoord
-
resourceful bijvoeglijk naamwoord
-
-
astuto (pronto a la réplica; inteligente; listo; avispado; vivo; oportuno; aprovechado; ladino; zorro; ingenioso; despierto; afilado; agudo; diestro; vivaracho)
-
astuto (listo; afilado; mañoso; arriesgado; cuco; furtivo; falso; ciego; hábil; ingenioso; sofisticado; espabilado; ladino; deslizante; avispado; calculador; cazurro; habilidoso; bien calculado)
-
astuto (igual; equilibrado; cuco; suave; constante)
-
astuto (afilado; guapa; listo; descansado; guapo; apuesto; bello; agudo; mañoso; inteligente; aprovechado; ingenioso; cortante; buen mozo; de buen ver)
clever; intelligent; wise; ingenious; sagacious; astute; smart; skilful; sly; wily; crafty; shrewd; skillful-
clever bijvoeglijk naamwoord
-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
wise bijvoeglijk naamwoord
-
ingenious bijvoeglijk naamwoord
-
sagacious bijvoeglijk naamwoord
-
astute bijvoeglijk naamwoord
-
smart bijvoeglijk naamwoord
-
sly bijvoeglijk naamwoord
-
wily bijvoeglijk naamwoord
-
crafty bijvoeglijk naamwoord
-
shrewd bijvoeglijk naamwoord
-
-
astuto (cazurro; despabilado; peligroso; despierto; zorro; arriesgado; precisamente; descansado; cuco; furtivo; ingenioso; ladino; calculador; taimado)
-
astuto (listo; ducho; espabilado; muy vivo)
-
astuto (desinflado; creído; agotado; impávido; no atacado; pijo; intacto; inalterable; imperturbable; nuevo; vacío; entero; ciego; vano; reciente; falso; presumido; virgen; sereno; moderno; vanidoso; ocioso; engreído; íntegro; desocupado; exhausto; inmutable; vacuo; vanal; impertérrito; no corroído; sin usar; sin afectación; sin emoción; sin probar)
unused; unbroached; untouched; unopened; fresh-
unused bijvoeglijk naamwoord
-
unbroached bijvoeglijk naamwoord
-
untouched bijvoeglijk naamwoord
-
unopened bijvoeglijk naamwoord
-
fresh bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor astuto:
Verwante woorden van "astuto":
Synoniemen voor "astuto":
Wiktionary: astuto
astuto
Cross Translation:
adjective
-
quick-witted
-
skillful
-
sly
-
cunning, wily
-
mentally quick or sharp
- clever → pillo; astuto; listo; inteligente
-
Quick at seeing how to gain advantage
-
cunning, crafty
-
clever, making an apparently hard task easy
-
artfully cunning; secretly mischievous; wily
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• astuto | → smart; sly; cunning; clever | ↔ listig — in staat en bereid om iemand te misleiden |
• astuto | → insidious | ↔ arglistig — vaak anderen te slim af zijnde, bedrieglijk, sluw |
• astuto | → wickedly; cunning; crafty; vilainous | ↔ abgefeimt — auf unmoralische Art schlau |
• astuto | → cunning; crafty | ↔ gerissen — auf unsympathische Weise schlau, geschäftstüchtig |
• astuto | → sly; cunning; clever; smart | ↔ schlau — um Wege wissend, seine Ziele (dennoch) zu erreichen |
• astuto | → wily; clever; cunning; sly; smart; crafty; sneaky | ↔ artificieux — littéraire|fr péjoratif|fr Qui est plein d’artifice, de ruse. |
• astuto | → astute; clever; cunning; sly; smart; crafty; sneaky; wily | ↔ astucieux — Qui a de l’astuce. |
• astuto | → devious; tricky; clever; cunning; sly; smart; crafty; sneaky; wily | ↔ rusé — Qui a de la ruse, qui est plein de ruses. |