Overzicht
Spaans naar Engels: Meer gegevens...
- acomodado:
-
Wiktionary:
- acomodado → wealthy
- acomodado → affluent, well-to-do, prosperous, on easy street, in easy circumstances, easy, fluid, of use, suitable, appropriate, apt, due, expedient, right, useful, fitting, applicable, convenient, handy, opportune, advantageous, comfortable, becoming, seemly, proper, decent, adequate, propitious, auspicious, favorable, favourable, rich, wealthy, well-off
Spaans
Uitgebreide vertaling voor acomodado (Spaans) in het Engels
acomodado:
-
acomodado (acaudalado; rico; adinerado)
prosperous; well-off; well-to-do-
prosperous bijvoeglijk naamwoord
-
well-off bijvoeglijk naamwoord
-
well-to-do bijvoeglijk naamwoord
-
-
acomodado (próspero; floreciente; en forma)
prosperous; wealthy; flourishing; thriving; well; rich; healthy; well-of; in good health-
prosperous bijvoeglijk naamwoord
-
wealthy bijvoeglijk naamwoord
-
flourishing bijvoeglijk naamwoord
-
thriving bijvoeglijk naamwoord
-
well bijvoeglijk naamwoord
-
rich bijvoeglijk naamwoord
-
healthy bijvoeglijk naamwoord
-
well-of bijvoeglijk naamwoord
-
in good health bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor acomodado:
Verwante woorden van "acomodado":
Synoniemen voor "acomodado":
Wiktionary: acomodado
acomodado
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• acomodado | → affluent | ↔ welgesteld — financieel goed gesitueerd |
• acomodado | → well-to-do; affluent; prosperous; on easy street; in easy circumstances; easy; fluid | ↔ aisé — Qui n'a pas de problèmes d'argent |
• acomodado | → of use; suitable; appropriate; apt; due; expedient; right; useful; fitting; applicable; convenient; handy; opportune; advantageous; comfortable; becoming; seemly; proper; decent; adequate | ↔ convenable — Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose. |
• acomodado | → propitious; auspicious; advantageous; favorable; favourable | ↔ propice — Qui est favorable, en parlant de divinité, toute puissance, ou autorité dont nous pouvoir dépendre. |
• acomodado | → rich; wealthy; well-off; affluent; well-to-do | ↔ riche — qui a beaucoup de fortune |