Home ->Woordenboeken ->Spaans/Engels ->Zoek: flor

Spaanse en Engelse zoekresultaten voor: flor

Overzicht
Spaans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. flor:
  2. flúor:
  3. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor flor (Spaans) in het Engels

flor:

flor [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la flor
    the flower
    • flower [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. la flor
    the blossom; the sprout; the grow
    • blossom [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sprout [the ~] zelfstandig naamwoord
    • grow [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. la flor (floración; días grandes; auge; )
    the heydays; the heyday; the high days; the glory days; the prosperous time; the golden age
  4. la flor (carámbano; florín)
    the icicle
    • icicle [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor flor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blossom flor crecimiento; floración; período de floración
flower flor
glory days Siglo de Oro; apogeo; auge; días de fiesta; días grandes; flor; floración
golden age Siglo de Oro; apogeo; auge; días de fiesta; días grandes; flor; floración
grow flor
heyday Siglo de Oro; apogeo; auge; días de fiesta; días grandes; flor; floración día de fiesta; gran día
heydays Siglo de Oro; apogeo; auge; días de fiesta; días grandes; flor; floración
high days Siglo de Oro; apogeo; auge; días de fiesta; días grandes; flor; floración
icicle carámbano; flor; florín barbas de hielo
prosperous time Siglo de Oro; apogeo; auge; días de fiesta; días grandes; flor; floración
sprout flor brote; cepa; esqueje; mugrón; vástago
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blossom crecer; desarrollarse; elaborar; elevarse por encima de; evolucionar; florecer; llegar a su completo desarrollo; prosperar; salir de mantillas; superar
grow alzar; alzar el vuelo; ascender; aumentar; crecer; criarse; despegar; dilatarse; echarse a volar; elevarse; emerger; enarcar; engrandecer; florecer; hacerse mayor; hincharse; levantar; levantar el vuelo; levantarse; levantarse de un salto; madurar; medrar; montarse; subir; surgir; tirar hacia arriba; tomar velocidad; volarse
sprout brotar; derivarse de; descender de; germinar; ser originario de
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
flower florecer
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sprout germinado

Verwante woorden van "flor":

  • flores

Synoniemen voor "flor":


Wiktionary: flor

flor
noun
  1. poker hand
  2. reproductive structure in angiosperms
  3. instant of excessive praise
  4. person
Cross Translation:
FromToVia
• flor → flower ↔ Blume — blühende Pflanze
• flor → flower; blossom ↔ Blüte — Botanik: Reproduktionsorgan der Blütenpflanzen, besteht, wenn vollständig ausgebildet (von oben nach unten), aus den weiblichen Fruchtblatt, den männlichen Staubblatt sowie den diese umhüllenden Kelchblatt und Kronblatt, die alle [[endständ
• flor → flower; bloom; blossom ↔ fleur — Organe reproductif
• flor → angiosperm ↔ fleur — Plante à fleur
• flor → virginity ↔ fleur — Virginité

flúor:

flúor [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el flúor
    the fluorine
    • fluorine [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor flúor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fluorine flúor

Wiktionary: flúor

flúor
noun
  1. chemical element
Cross Translation:
FromToVia
• flúor → fluorine ↔ Fluor — Chemie: das elektronegativste Element
• flúor → fluorine ↔ fluor — een chemisch element en een geelgroen halogeen
• flúor → fluorine ↔ fluor — Élément chimique

Verwante vertalingen van flor







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0751 seconde
Page rendered in 1.0 seconds