Overzicht
Spaans naar Engels: Meer gegevens...
- familiar:
-
Wiktionary:
- familiar → household, colloquial
- familiar → family, familiar
- familiar → familiar, domestic, colloq., colloquial, colloquially, family, familial
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
- familiar:
-
Wiktionary:
- familiar → espíritu familiar, familiar
- familiar → familiar
Spaans
Uitgebreide vertaling voor familiar (Spaans) in het Engels
familiar:
-
familiar (conocido; abonado; confianzudo)
-
familiar (informal; confianzudo)
-
familiar (informal; confianzudo)
on familiar terms with-
on familiar terms with bijvoeglijk naamwoord
-
-
familiar (íntimo; cariñoso; confidencial; entrañable; sincero)
intimate; confidential; private-
intimate bijvoeglijk naamwoord
-
confidential bijvoeglijk naamwoord
-
private bijvoeglijk naamwoord
-
-
familiar (de igual a igual)
-
familiar (confortable; cómodo; doméstico; íntimo; confortablemente)
pleasant; comfortable; cosy; snug; agreeable; pleasurable; cozy-
pleasant bijvoeglijk naamwoord
-
comfortable bijvoeglijk naamwoord
-
snug bijvoeglijk naamwoord
-
agreeable bijvoeglijk naamwoord
-
pleasurable bijvoeglijk naamwoord
-
-
el familiar (miembro de la familia)
Vertaal Matrix voor familiar:
Verwante woorden van "familiar":
Synoniemen voor "familiar":
Wiktionary: familiar
familiar
Cross Translation:
adjective
-
belonging to same house and family
-
of oral communication language
-
(used attributively)
-
attendant spirit
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• familiar | → familiar | ↔ familiair — informeel |
• familiar | → domestic | ↔ häuslich — Auf das eigene Heim bezogen; mit dem eigenen Heim verbunden |
• familiar | → colloq.; colloquial; colloquially | ↔ ugs. — umgangssprachlich |
• familiar | → family; familial | ↔ familial — relatif à la famille |
Verwante vertalingen van familiar
Engels
Uitgebreide vertaling voor familiar (Engels) in het Spaans
familiar:
-
familiar (known; trusted)
conocido; familiar; abonado; confianzudo-
conocido bijvoeglijk naamwoord
-
familiar bijvoeglijk naamwoord
-
abonado bijvoeglijk naamwoord
-
confianzudo bijvoeglijk naamwoord
-
-
familiar (popular)
-
familiar (easy-going)
familiar; informal; confianzudo-
familiar bijvoeglijk naamwoord
-
informal bijvoeglijk naamwoord
-
confianzudo bijvoeglijk naamwoord
-
-
familiar (intimate)